TIM FIERANT

Handhavers van het Bildt maakten ernstige inbreuk op de privacy, toen zij vorig jaar maart het huis van hondenbezitter Kees Atema in Minnertsga binnenvielen.

Dat staat in een vonnis dat de rechter afgelopen week uitsprak. Volgens de rechter bestond er voor het binnentreden geen redelijke grond. Het was een ernstige inbreuk op het "fundamenteel persoonlijkheidsrecht" van Atema en zijn vrouw. Volgens de rechter is er zelfs gehandeld in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Burgemeester Gerrit Krol gaf een machtiging af voor het binnenvallen bij Atema, omdat buren klachten hadden over de acht honden en twee paarden die Atema achter zijn huis in Minnertsga houdt.

Eerst verzocht de gemeente Atema per brief om zijn woning te mogen controleren. Toen hij dat weigerde, kwam de gemeente met vier handhavers en twee buurtagenten controleren. Het bezoek escaleerde, mede omdat Atema zich heftig verzette. Hij belandde in een politiecel. Sinds het voorval liggen Atema en het Bildt in de clinch.

Nadat de gemeentelijke bezwarencommissie de machtiging afgelopen oktober al "niet in orde" noemde, heeft de rechter de afgegeven machtiging nu geheel vernietigd.

Volgens rechter Pieter Wijtsma had Krol "minder ingrijpende middelen" moeten gebruiken om uit te zoeken of de klachten van de omwonenden gegrond waren. Zo had hij "vanuit de naburige percelen" de woning kunnen controleren. De buren hadden tenslotte geklaagd, en vanuit hun tuin had vastgesteld kunnen worden hoe ernstig de overlast was.

Volgens Krol had hij zich dan schuldig gemaakt aan "gluren bij de buren." Bovendien was het volgens hem noodzakelijk om in de woning te kijken, om vast te stellen hoeveel dieren Atema nu precies hield. Met welk doel is niet duidelijk. Volgens de rechter heeft de gemeente in het verleden al eens vastgesteld dat de acht honden en twee paarden niet illegaal werden gehouden. En Krol heeft geen melding gemaakt van gewijzigde inzichten of regels waardoor de dieren nu wél illegaal zouden zijn.

Rechter Wijtsma concludeert dat Krol een onvoldoende ernstig vermoeden had dat op het perceel gehandeld werd in strijd met het bestemmingsplan.

Krol zegt verbaasd te zijn over het vonnis. Ook vindt hij de verwijten van de rechter "niet prettig." Volgens hem was het binnenvallen een "geëigend middel." Hij overweegt een hoger beroep.

Kees Atema spreekt van een "helende uitspraak." Vooral zijn vrouw heeft na het incident last gehad van psychische klachten. "Maar het helingsproces is nog lang niet afgesloten."