Sint Jacobiparochie, 4 september 2010
Kleurrijk en eigenwijs |
Hoe wonen de vakmensen van het wonen? Wat is hun eigen woonfilosofie, hoe hebben ze het zelf thuis ingericht? In deze nieuwe serie In de stijl van... portretteert Wonen& Co interieurarchitecten, -vormgevers en -stylisten in hun eigen huis. We beginnen met Brenda van der Laan in Sint Jacobiparochie, de coördinator van de regio Noord van de Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten. Tekst Wie Kleurrijk is de woonstijl van Brenda van der Laan bovenal, zo valt meteen op bij binnenkomst in haar verbouwde gardenierswoning (keuterboerderij) uit 1871 aan de Oudebildtdijk bij Sint Jacobiparochie. Vanuit Amsterdam streek de binnenhuisarchitect in 1982 neer in deze langste straat van Nederland, samen met haar echtgenoot, beeldend kunstenaar Marco Goldenbeld. Sindsdien wordt er aan het huis vlakbij de waddendijk geklust. "We blijven constant aan het verherbouwen." Veel wanden hebben felle kleuren. "Dat idee heb ik meegenomen uit Marokko, ik werd daar helemaal verliefd op de kleuren. Ik vind het leuk om te experimenteren. Dan heb ik een gevoel, krijg een idee, en voer het ook meteen uit. Zo heb ik geprobeerd de wand bij de haard de kleur van haardvuur te geven. Een wand even een ander kleurtje geven is een eenvoudige en goedkope manier om het interieur te veranderen." Overal hangt en staat beeldende kunst, zowel figuratief als abstract. Een vitrinekast ("gewoon van Ikea") toont beelden en keramiek. "Gekocht, geleend, zelfgemaakt. Ik noem ons huis onze vriendengalerie." |
Boven de keukentafel hangen lampjes uit Venetië, in de woonkamer zelfgemaakte spotjes van golfplaat. Marco heeft ook het lange granito-aanrechtblad van de keuken zelfgemaakt: "Beton met grindkorrels en stukjes gekleurd glas." Brenda: "Je ziet het veel in oude huizen in Italië. Het is kwetsbaar, als je er een citroen op snijdt zie je het meteen, maar van mij mag het doorleefd zijn. Er mogen best stukjes afbreken." Daarmee komen we als vanzelf bij haar interieurfilosofie: "Ik probeer het karakter, de persoonlijkheid van het huis, de omgeving en de opdrachtgever naar boven te halen. Dat doe ik ook bij kantoren en andere gebouwen. Ik ben niet zo bezig met versieren, zoals stylisten. Mijn motto is: een goed en mooi interieur zonder toeters en bellen, maar toch sfeervol. Nuchter en praktisch. Het is een soort jas die om je heen moet passen. En zo is het bij mij thuis ook. Dit is ons nestje: Marco, ik en onze honden en katten voelen ons hier prettig bij." "Mijn visitekaartje? Kleurrijk, eigenwijs, niet standaard. Ik ben niet zo van de trends en glamour. Je hoeft helemaal niet met modes mee te gaan. Dan blijf je bezig. Een interieur gaat maximaal eenjaar of tien mee, trends veranderen veel vaker. Het hoeft ook niet allemaal in één stijl." "Ik verdiep me liever in hoe mensen zouden willen wonen. Ik kom niet met een afgerond plan, maar vraag of ze een verlanglijstje willen maken. Dan bekijken we samen wat we daarvan kunnen realiseren. Ik ben dan de specialist op het gebied van indelen van ruimtes en materiaalkeuzes. Ik werk het liefst met eerlijke en duurzame materialen: hout, metaal, steen en glas." "Huizen hebben vaak veel meer mogelijkheden dan mensen zelf zien, je kunt handig en goedkoop gebruik maken van bestaande dingen. Gebruik meubels en materiaal opnieuw. Neem die oude muur bij onze keukentafel: die ontstond doordat we er stukjes stuclaag vanaf haalden. Die combinatie bleek zo mooi, dat we het zo hebben gelaten." Tips van de vakvrouw Bron: Leeuwarder Courant WONEN&CO |