Geert Faber wil een kaatsdirecteur zijn die een verbindende factor is in de vele commissies. "Noazen mear yn deselde rjochting."

GERRIT KLOOSTERMAN

De 59-Jarige Minnertsgaster weet van de hoed en de rand als het om de kaatssport gaat. Hij is nog voorzitter van de honderdjarige vereniging Minnertsga, maakte vijf jaar deel uit van de technische commissie van de kaatsbond, was begeleider van het succesvolle hoofdklassepartuur Chris en Jacob Wassenaar en Rutmer van der Meer en heeft zelf op een aardig niveau gespeeld. Gepokt en gemazeld in het vak.

Hij was vroeger een knappe tweedeklasser. In 1982 en 1983 kaatste Faber in de eerste klasse, wat toen het hoogste niveau was. Een laatbloeier, want pas op zijn 23ste begon hij de sport serieus aan te pakken.

De jaren in de eerste klasse weet hij zich nog wel te herinneren. Het was vooral de periode van alleskunner Johannes Brandsma, "Fyftjin kear ferlieze tsjin De Brand, dy pakte yn dy tijd hûnderten punten. Ien kear wûn ik fan him, mar doe waard hy bylotte en wûn er dochs wer."

Geert Faber had al langer zijn oog laten vallen op de functie van directeur van de kaatsbond. Toen René Ahlers aangaf te stoppen,

solliciteerde hij. Voor insiders was het al duidelijk dat Faber de beoogde man was die leiding moet geven aan een bond, die gestoeld is op veel vrijwilligers.

Zelf is Faber, nu nog werkzaam bij de rijksrecherche in Zwolle, ook altijd een van die vrijwilligers geweest. Over de toekomst van het kaatsen is hij vrij optimistisch, al zijn er onderdelen die niet helemaal gestroomlijnd lopen.

Bijvoorbeeld over het nieuwe rankingsysteem is er nog veel onduidelijkheid. "Mar dat komt goed op de rails te stean. Fansels wurde der fouten makke en we moatte ek besykje it klachtenpersintaazie nei 0nderen te krijen. Wy sjogge by it keatsen te folle nei de negatieve dingen."

Fabers indruk is dat het kaatsen op het Friese platteland in de jeugdcategoriën aan een opmars bezig is. Over dalende toeschouwersaantallen in de hoofdklasse maakt hij zich niet ongerust. "We sille wol ta moatte nei snellere wedstriden en minder wedstriden."

Zijn persoonlijke visie op het huidige kaatsen op het hoogste niveau? "It binne atleten en se trene goed, mar ik fyn dat de keatsers te folle út binne op direkte winst. It is jammer dat de taktyk der net útkomt. It binne mear opslach- as útslachduels."