Sint Jacobiparochie, 10 februari 2011

Gerries wonderlijke koninkrijk

Alles wat oud is en een verhaal aan zit, dat vind ik mooi', zegt Gerrie Chaineux, omringd door zijn handel in de zaak in sint Jacobiparochie. Fot LC/TOM BROKKE (gescand)

STEF ALTENA


Gerrie Chaineux heerst in zijn wereld van zolders, donkere kamers en spelonken vol oude spullen.

Terwijl zijn gasten zich stoten aan laaghangende lampen en uitstekende koffiemolens, beweegt Gerrie Chaineux (46) zich soepel als een slang door de donkere smalle gangen. Hij vliegt trapjes op en duikt - kruipdoor sluipdoor - volgestouwde zijvertrekken in. Anekdotes vertellend over de meest wonderlijke voorwerpen.

Chaineux is de spin in het onnavolgbare web dat Het Pakhuis heet. Wie zijn winkel in de slagschaduw van de Groate Kerk van Sint Jacobiparochie binnenstapt, kan denken in de grootste rommelzolder aller tijden te zijn beland. Chaineux kent hier elk hoekje. Met zijn ogen dicht zou hij nog die ene ponsmachine of tabakspijp kunnen vinden.

Oude emaillen reclameborden bedekken elke centimeter van het plafond. Biermerken, fietsfabrieken, olieproducenten uit vervlogen tijden. Zo'n driehonderd borden heeft hij in de winkel. Een paar honderd meter verderop in zijn woning hangt de minstens even grote collectie. Dit is het echt bijzondere werk.

Tegen de kou trekt de eigenaar gewoon een dikke trui aan

Zoals de collectie reclameborden rond het thema mijnbouw. "Ik ben en blijf een Limburger", zegt Chaineux in zijn computerloze kantoor, een schemerig kamertje waar antieke koffiezetapparaten aan het plafond bungelen. Nu en dan wordt de winkelier overstemd door zijn twee tortelduiven. De vogels maken een opvallend lachend geluid. "Dat schijnt zo te horen."

Begin jaren tachtig belandde Chaineux met zijn ouders vanuit Kerkrade in Franeker. Zijn vader kon als voormalig kompel in Limburg niet meer aan het werk komen. "Friesland was de enige plek waar de huizen voor mijn ouders nog te betalen waren. Vandaar."

Hijzelf was toen al aan het verzamelen geslagen. "Alles wat oud is en waar een verhaal aan zit, dat vind ik mooi." Toen hij op zijn negentiende het huis uit ging, belandde hij in Sint Jabik. Het duurde niet lang voordat zijn woning vol stond met antiek en minder antiek spul. Na het vertrek van de Spar aan het Oosteinde, betrok hij dit pand om van hier uit een deel van zijn collectie te verhandelen.

Het is hem niet om de winst te doen. "Op een gegeven moment had ik geen ruimte meer om het spul te plaatsen. Toen ben ik het maar gaan verkopen." Zijn verzamelwoede werd er niet minder van. "Op rommelmarkten op zoek naar leuke dingen. Dat is het mooist."

Uit een spelonk trekt hij een dubbele wandelstok met twee wieltjes eraan

Duizenden oude spullen heeft hij. Hoe onoverzichtelijk zijn winkel ook lijkt, volgens Chaineux zit er wel degelijk lijn in. Daar een hoekje met opgezette dieren, hier een kamer met kantoorspullen. In twee dikke leren boeken heeft hij genoteerd wat hij voor alles heeft betaald en wat het ooit nog eens moet opleveren. Of niet.

Rijk wordt Chaineux er niet van. "Ach, ik heb wat vaste klanten." Maar zijn kosten zijn laag. Verwarming heeft de winkel niet. Tegen de kou trekt de eigenaar gewoon een dikke trui aan. En het licht gaat pas aan als er klanten in de winkel verschijnen.

"Dit moet je zien", roept de verzamelaar voor de zoveelste keer. Uit een spelonk trekt hij een dubbele wandelstok met twee wieltjes eraan. "De eerste rollator. Hadden klanten bakken met geld voor over. Maar ik ben niet gek. Ik doe hem alleen weg als ik er wat leuks voor terug kan krijgen." Voorzichtig hangt Chaineux de rollator terug op zijn plek.

Bron: Leeuwarder Courant