Jeugd de straat opsturen omdat ze onder de achttien zijn en sinds 1 januari geen drank meer mogen. Grada Grijpma van jeugdhonk ’t Groene Hok in Sint Jacobipar-ochie voelt er niets voor.

MARIA DEL GROSSO

Grijpma wil stoppen met haar vrijwilligerswerk. Samen met de 21-jarige Bauke Triemstra, ook vrijwilliger bij het honk, schetst ze wat er volgens hen gaat gebeuren. De zestien en zeventienjarigen, die gewend waren in ’t Groene Hok te komen, moeten nu naar huis gestuurd worden.

"Dat worre fytstasdrinkers." Ongecontroleerde hoeveelheden drank zullen ze in fietstassen stouwen om op een stiekeme plek ergens op te drinken. Als ze dan gepakt worden en zeggen dat ze van het jeugdhonk komen, wordt het honk als verantwoordelijke gezien en beboet.

’t Groene Hok kwam er elf jaar geleden juist omde jeugd van straat te halen, blikt Grijpma terug. De gemeente het Bildt constateerde toen al dat er veel ‘wild’ gedronken werd. Jongeren zochten elkaar op in hutten of een plek in het bos. Want van andere plekken om zich te vermaken, worden jongelui ook al geweerd. "Sportfelden, skoalplainen, alles is teugenworig ôfsloaten."

Triemstra weet precies hoe het hem verging. Met veertien jaar al eens stiekem een biertje in een keet in het bos. Met zestien mocht je

dan eindelijk het jeugdhonk in. Wil je daar ook actief worden achter de bar, dan moet je de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholschenken) hebben. "Dan leerst pas wat bier met-dy doet."

Verantwoordelijk omgaan met drank wordt alle honkbezoekers bijgebracht, vertelt Grijpma. En de verantwoordelijkheid om het honk volgens de regels draaiende te houden. Daarom wil niemand gedonder, voegt Triemstra er aan toe. "Dan hewwewy ônssels bij de poat." De taken zijn goed verdeeld. Iedereen draait zijn diensten op vrijdag en zaterdag, op zondag wordt er schoongemaakt.

De jongeren leren er zoveel van dat ze later makkelijker doorstromen naar andere besturen, heeft Grijpma gemerkt. In Sint Jacobiparochie zijn ze actief bij het kaatsen, het voetbal en Plaatselijk Belang. Maar nu de zestien- en zeventienjarigen niet meer welkom zijn, mist het honk zelf ook doorstroming van actieve jeugd.

Vooral met feesten en kermissen zal het moeilijk worden, denkt Triemstra. Dan waren pubers gewend nog even door te zakken in het honk. Nu moeten ze de deur gewezen worden.

Grijpma houdt haar hart vast voor het moment dat deze jongeren de achttienjarige leeftijd bereiken. "Dan hewwe se twee jaar op straat leefd." Ze vermoedt dat ze dan helemaal los gaan met drankgebruik. "De komadrinkers komme d’r an. Krekt op de leeftyd dat se autorije mâge."