Sint Annaparochie, 20 november 2010

Slim boeren met sensoren

Afgelopen zomer testte Mijno van Dijk sensoren in een aardappelperceel in Vierhuizen. Vlnr. Mijno van Dijk, Sybe Pollema, akkerbouwer Anselm Claassen en onderzoeker Jan Nammen Jukema. FOTO ROELOF STROETINGA (gescand)

Zitten er aardappel-cystenaaltjes in de grond? Is het suikergehalte in de biet optimaal om te oogsten? Hoeveel van het oude gewasbeschermings-middel is blijven hangen? Over een jaar of vijf werpt een akkerbouwer een blik op zijn computer als hij dit soort informatie nodig heeft. Of beter nog, op zijn smartphone.

IRENE OVERDUIN


Het noordelijke project IJkakker werkt naar deze situatie toe. IJkakker is volgende week een van de blikvangers in het Leeuwarder WTC, waar het sensorwereldje bijeenkomt op het tweedaagse congres Sensor Universe. Afgaand op de voorintekening wordt de workshop 'smart farming' ofwel 'slim boeren' veruit de drukst bezochte.

Slim boeren is heel precies boeren. Op precies het juiste moment oogsten, precies genoeg zaaigoed uitzetten, precies voldoende meststoffen aan de grond toevoegen. Essentieel hiervoor is adequate, real time informatie. Sensoren, piepkleine meetstationnetjes in het veld of op een agrarische machine, kunnen hiervoor zorgen. Anders dan monsters, waarover laboratoria vaak pas na enkele dagen of weken kunnen rapporteren.

Hoe sensoren ingezet kunnen worden, dat is de grote vraag waarop IJkakker de komende tijd het antwoord probeert te vinden. Op een aantal plekken, ook in Friesland, worden velden geselecteerd voor proefnemingen.

"We denken dat een akkerbouwer met behulp van sensoren ongeveer 10 tot 15 procent efficiënter kan boeren", zegt NOM-project-ontwikkelaar Bart Schanssema over het belang van IJkakker. Nederlandse boeren staan weliswaar bekend om efficiency, maar de wereldwijde concurrentie nadert. "Elders in de wereld worden nu nog tegen lage kosten lage opbrengsten geproduceerd, maar dat blijft niet zo. Ook daar gaan de opbrengsten omhoog. Nederland moet dus een slag maken om voorop te blijven."

IJkakker staat voor twee grote uitdagingen. Hóe meet je, en hoe stop je de data in modellen met een voorspellende waarde? Het weerstationnetje dat iedereen kent, staat handig naast de akker. Maar sensoren die de wateropname van wortels of de aanwezigheid van nutriënten meten, moeten toch echt in de akker liggen. Wat gebeurt daarmee tijdens het oogsten of ploegen? Op vermalen chips in de bietenstroop zit niemand te wachten. Willen de meetgegevens waarde hebben, dan moet de enorme toevoer van data gestroomlijnd worden. "Je moet modellen maken die de akkerbouwers in staat stellen op het juiste moment in de grijpen." Het Noorden is de afgelopen jaren behoorlijk handig geworden in het verwerken van reusachtige datastromen, gegegeneerd door sensoren. De kennis hierover is dankzij de Lofar-radiotelescoop in Exloo in korte tijd enorm gegroeid. Zozeer zelfs, dat Drenthe goede papieren denkt te hebben voor het binnenhalen van het Europees centrum voor radio-astronomie, dé dataverwerker van de nieuwe reuzentelescoop Ska. Ska wil de oerknal detecteren. Lukt het om dit project van €2 miljard te scoren, dan betekent dit een geweldige 'boost' voor de sensorgerelateerde bedrijvigheid in het Noorden.

Mijno van Dijk Indirect kan ook de akkerbouw daarvan profiteren. In Friesland is Mijno van Dijk Mechanisatie in Sint Annaparochie een van de weinige die zich toelegt op de ontwikkeling van sensortechnologie voor de akkerbouw. Het bedrijf testte afgelopen zomer in Vierhuizen (Gr.) sensoren die de biomassa en de groenheid van aardappelplanten registreerden.

Twee cameraatjes onder de spuitmachine namen om de week miljoenen fotootjes op één perceel. Met behulp van GPS werden die geformeerd tot een soort landkaarten. "Leg je die naast elkaar, dan zie je het groeiverloop. En dat maakt het interessant", zegt Mijno van Dijk. "Waar groeien de planten goed, waar gemiddeld, waar slecht?" Vervolgens komt het aan op de juiste maatregelen.

Momenteel werkt Van Dijk aan sensoren voor op aardappelrooimachines. Ze moeten traceren wat elke specifieke plek in het perceel heeft opgebracht. "Mijn opa, die tuinder was, deed in wezen al aan precisielandbouw. Hij lag op zijn knieën op zijn perceeltje en wist precies van elk plantje hoe het zich ontwikkelde. Daar hebben we straks sensortechnologie voor."

Bron: Leeuwarder Courant