Op de 29e kavel stond al vroeg de huizinge. In 1672 heeft Ammama deze boerderij met bijbehorend
land, totaal groot 30½ morgen met huisinge, schuur, "cleynhuys" c.a. in de 29e kavel en de
gerechtigheid van de buitendijkse landen of Pollen ten noorden van de zeedijk verkocht aan een
Harlinger combinatie, bestaande uit Auck Reyners wed. van Pieter Minnes Loenen voor ¼, haar
dochter Iebeltje Pieters voor ¼, Pieter Pieters Oudaans voor ¼ en Freerck Claessen Braam ook
voor ¼; voor 434 car.gl. het morgen. Deze zathe was toen in huur bij Willem Barthouts, die
daaraan nog 5 huurjaren had voor 25 gl. 10 st. huur per morgen. De huur werd nog wel eens
verlengd, Willem Barthouts is omstreeks 1695 overleden. Pieter Pieters Oldaans' dochter Grietje
Pieters Oldaans trouwde met Alexander Wijdenburgh, later Ontvanger-Generaal van de Admiraliteit
te Harlingen.
Willem Barthouts werd als huurder opgevolgd door Jelle Ofkes. In 1738 was de eigendom overgegaan
op de heer Beernd van Wijdenburgh en pachter was Rinnert Baukes. Kort na 1740 is Rinnert Baukes
overleden en in 1745 overleed zijn weduwe Lijsbet Tjommes. Op 23 juli van dat jaar was er
inventarisatie "ten haren sterfhuize" op het Nieuwe Bildt onder St. Annaparochie ten presentie
van de heer P. B. van Wijdenburgh als landheer en als grootste crediteur van de erfgenamen van
wijlen Lijsbet Tjommes. Ze waren 3377 guldens huur achter. Wijdenburgh nam op 2 april 1746 de
inventaris over op taxatie voor 1723 gulden. Een boerendrama in de 18e eeuw! En een goede
landheer, want hij had ze - ondanks hun steeds toenemende schuld - op de plaats laten blijven.
De plaats werd verhuurd aan Trijntje Sijbes, weduwe van Hendrik Philipsz en haar minderjarige
zoon Sijbe Hendricksz. Voor 1000 car. gld. en 6 jonge hanen per jaar en onder de bepaling, dat
de verhuurder zo vaak hij wilde op de plaats mocht komen, alleen of met gezelschap en dat alsdan
zijn paarden gestald moesten worden en hij de voorkamer te zijner beschikking moest hebben.
Omstreeks 1764 is de eigenaar P.B. van Wijdenburgh overleden en op 2 mei 1768 heeft Ernst Willem
van Wijdenburg, Raad en Advocaat-fiscaal van 't College der Admiraliteit in Friesland te
Harlingen en tevens Grietman van Hemelumer Oldephaert c.s. deze 45½ morgen grote boerderij
verkocht aan Tjepke Gratama, koopman te Harlingen, voor 430 c.gl. ieder morgen of totaal 19600
gl., "de huisinge daarin versmeltende". Siebe Hendriks was nu de huurder. Mei 1771 is
hij van de plaats afgegaan want 9 april was er boelgoed: 15 paarden, 14 koeien, wagens,
boerereeuw etc. Nieuwe huurder werd Atze Gerrits.
In november 1772 werd in de herberg van Riemer Willems te St. Annaparochie ten verkoop aangeboden
deze Nieuwe Bildtplaats groot 45½ morgen met huis, schuur en hovinge in de 29e kavel, door Juffr.
Rinske Donker, wed. wijlen Tjepke Gratama te Harlingen. Koper werd Beert Jans Kuiken, huisman te
St. Jacobiparochie voor 513 c.gl. het morgen of 23.383 gl. 10 st. totaal. De plaats is dan voor
het eerst in Bildts eigendom. Beert Jans Kuiken is voor 1778 overleden; zijn weduwe Amarins
Reinders en haar vier kinderen bleven eigenaars. Zij ging in 1781 een tweede huwelijk aan met
Teunis Cornelis (later Crap). Deze Teunis Cornelis heeft in 1786 de plaats in gebruik genomen
naast een eigen boerderij aan de Koudeweg. Maar in 1792 werd de Nieuw Bildtplaats verhuurd aan
Waling Lammerts, die getrouwd was met Aafje Beerts Kuiken, dochter van Beert Jans Kuiken. Teunis
Cornelis Crap was een vurig patriot en speelde een rol toen in 1795 de Fransen kwamen, hij werd
lid van het Comité Revolutionair en in juni 1795 werd hij gekozen tot Representant van het Volk
van Friesland. Hij is voor 1798 overleden en toen behoorde de boerderij dus weer aan de kinderen
van Beert Jans Kuiken en Amarins Reinders, waarvan één, Aafje Beerts met haar man Waling Lammert
deze zathe bewoonde en gebruikte.
Op 3 maart 1834 werd de zathe en landen met huis en schuur, dorshuis, stalling en hovinge, groot
45½ morgen, op 4 morgen na alles bouwland, publiek verkocht. Er werd op de eerste zitdag 328
guldens per morgen geboden, de landen direct en de huizinge mei 1834 te aanvaarden. Koper werd
Klaas Boijens Wassenaar, landbouwer te St. Jacobiparochie en Assesseur (wethouder) van het Bildt.
Hij was ook Dijksvolmacht van 't Nieuwe Bildt. De nieuwe eigenaar bleef te St. Jacobiparochie wonen en liet
de aangekochte Nieuw Bildtplaats bemeïeren. Bij de boedelscheiding na diens overlijden in 1841
erfde Antje Klazes Wassenaar de Nieuwbildtplaats groot 45½ morgen. Antje Klazes trouwde 6 mei
1847 met Jarig Ouwes Koning en het jonge paar ging op de Nieuwbildtplaats wonen. Beide
echtelieden zijn jong gestorven, respectievelijk in 1852 en 1854 en omdat de kinderen nog te
jong waren om de boerderij aan te houden werd boelgoed op de zathe gehouden en de plaats werd
voor 7 jaar te huur aangeboden.
De beide kinderen Ouwe Jarigs en Trijntje Jarigs Koning hebben zodra ze de kinderschoenen waren
ontgroeid - dus rond 1870 - zelf de plaats in gebruik genomen. Trijntje trouwde er uit met Sijmen
Klazes Rienks, boer in de Westhoek. En april 1873 haalde Ouwe Jarigs Koning zijn vrouw Aaltje
Arjens Boyens Wassenaar op de plaats, waarvan hij na scheiding der ouderlijke goederen ook
eigenaar geworden was. Ze bewoonden de plaats van 1873 tot 1879, toen ze na de dood van Aaltjes
vader diens boerderij zuid aan de Oudebildtdijk, de laatste tegen de dorpsgrens met St.
Jacobiparochie, betrokken. De Nieuwbildtplaats lieten ze bewonen door hun arbeider Eeltje de
Jong. Dit duurde zo voort totdat Ouwe Jarigs Koning rond 1890 naar Huizum ging wonen. Nu werden
beide plaatsen verhuurd: de Oudbildtplaats aan Gjalt de With en de Nieuwbildtplaats aan Pieter
van der Staag. In 1898 nam de zoon van de eigenaar, Jarig Ouwes Koning met zijn zuster Antje de
zathe zelf in gebruik. Zij bewoonden de plaats tot ongeveer 1909 toen ze een boerderij bij
Leeuwarden betrokken. Later hebben ze zich aan de Oudebildtdijk onder Vrouwenparochie, oost van
de Attesweg gevestigd.
Omstreeks 1909 werd de Nieuwbildtplaats verhuurd aan Jan Douwes Bierma, die in 1900
gemeenteraadslid was geworden en in 1908 wethouder (tot 1919). Op oudejaarsavond 1913 brak een
hevige brand op de plaats uit waarbij de schuur en de stal met best vee verbrandde. De
voorhuizinge bleef bewaard. Na de dood van de eigenaar Ouwe Jarigs Koning op 22 januari 1922
vererfde de plaats op zijn dochter Janke Ouwes Koning, getrouwd met P. Bontekoe, dokter in
Hardegarijp. Omstreeks 1919 gingen Jan Douwes Bierma en zijn vrouw van de plaats waar ze als
huurder werden opgevolgd door hun zoon Douwe Jans Bierma, die 1930 met zijn vrouw ging
rentenieren aan de Oosterweg te St. Annaparochie. Toen kwam Klaas Jans Jensma, getrouwd met
Tjitske Wijmenga, op de plaats. Klaas Jans Jensma was bekend om zijn beste paarden, bovenlanders.
In de oorlog, 16 februari 1942 is door schoorsteenbrand de plaats in zijn geheel door brand
verwoest. (Tot zover het artikel van H. Sannes in de Bildtse Post.)
Aan het door gemeenteveldwachter Durk Wierda zowel in het Nederlands als het Duits opgemaakte
proces-verbaal ontlenen we het volgende:
Daarna hoorde ik verbalisant, Klaas Jensma, oud 41 jaar, landbouwer wonende op het Nieuwbildt
no. 646 te St. Annaparochie, die mij het volgende verklaarde:
"Heden middag, te ongeveer 13½ uur, even na het eten, terwijl ik juist in de koestal was, kwam
mijn vrouw hard loopende bij mij roepende: er is brand in de keuken! Dadelijk ging ik naar voren
en zag toen dat de keuken waar wij in wonen, boven al geheel in brand stond. Dadelijk heb ik met
mijn personeel maatregelen genomen om het vee te redden, wat ons lukt door dit eerst in het land
los te laten. De brand woedde inmiddels door en was tot het dak van de schuur doorgedrongen.
Intusschen waren er al veel menschen bij de boerderij gekomen, waardoor het lukte nog eenig
huisraad en beddegoed te redden.
Ook heb ik nog juist mijn geldswaardige papieren kunnen redden. Verder is zo goed als alles
verloren gegaan, daar alles zeer snel ging. Bijna alle huisraad en lijfdracht is verloren gegaan.
In de schuur zijn verbrand: ongeveer 15000 kg stroovlas, 5000 kg geroot vlas, 4000 kg vlaszaad,
30000 kg 1e soort plantaardappelen met bakken, 20 baal consumptie aardappelen, 5000 kg hooi,
5000 kg stroo, 1000 zakken, 1 aardappelen sorteermachine met leesband, een autowagen en verder
nog zeer vele kleine materialen. Ook alle distributiebescheiden van mijn vrouw en van mij en van
mijn kinderen Jacobje en Amarins zijn verbrand. Ook de stamkaart van mijn arbeider Sijmen de
Bildt, wonende alhier, die ik even moest gebruiken is verbrand. Wat de oorzaak van de brand
betreft, deze moet vrij zeker zijn ontstaan in de schoorsteen van de keuken, daar anders nergens
vuur in huis aanwezig was. Meer kan ik u niet verklaren."
Ik verbalisant verklaar alsnog dat het verbrande perceel is gelegen op het Nieuwbildt te St.
Annaparochie ongeveer 1 km ten noorden van den Oudebildtdijk aldaar. De brand is ontstaan in de
keuken aan de zuidkant van de boerderij, grenzende aan de koestal en de schuur. Tijdens den
brand waaide er een sterke noord-oostenwind, en de brandweer van St. Annaparochie, die tijdig
was gewaarschuwd kon vanwege de groote hoeveelheid sneeuw (*) niet ter plaatse komen. Van de
boerderij zijn alleen de muren staande gebleven ...... den 16 februari 1942.
Op 28 december 1942 wordt aan P. Bontekoe vergunning afgegeven voor de bouw van "een noodschuur"
voor eigen rekening, ter plaatse van zijn afgebrande boerderij, in gebruik bij J.J. Jensma (zal
K.J. Jensma moeten zijn), plaatselijk beteekend St. Annaparochie no. 646." Deze noodschuur is
opgetrokken op de fundamenten van het achtereind van de afgebrande schuur en opgetrokken uit
afbraaksteen. Het duurt vervolgens tot 18 augustus 1948 voor een bouwvergunning wordt afgegeven
voor de herbouw van het woonhuis "de schoorsteenbekroning iets eenvoudiger te nemen". Architect
is G.A. Heldoorn en als bouwkosten is een bedrag van ƒ 32.000,- ingevuld. Op dezelfde datum wordt
vergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande poterbewaarplaats, getekend door dezelfde
architect, geraamde bouwkosten ƒ 10.000,-. Eind 1953 is er nog een bijkeuken en autogarage
bijgebouwd aan het woonhuis.
(*) in de marge is bijgetypt: op den toegangsweg naar de boerderij ter lengte van ± 1 km.
Wilt u (terug) naar de luchtfoto van "Op Halfweg", klik dan hier:
.