Sint Annaparochie, 17 april 2020    

'Bliksem, docht ik bij de eerste beweuner met klachten'

Kunstenaar Sleman Bdewi uit Syrië moet op 11 februari het azc in Sint Annaparochie verlaten. foto niels westra

Bewoners en medewerkers van zorgcentra beleven roerige tijden. DeLC volgt op vrijdag lief en leed in zorgcentrum Beuckelaer in Sint Annaparochie.

ANDRÉ HORJUS

"Lieve allemaal, tankjewol dat jim oan ús tinke", staat ik in grote letters geschreven op A4’tjes die achter de ramen van zorgcentrum Beuckelaer zijn geplakt. Een zelfgemaakt bedankje van de bewoners, omdat ze regelmatig verrast worden met tekeningen, bloemen of oranjekoek. De betrokkenheid van de gemeenschap is enorm, zegt directeur Atje Tadema-Postma. "Gewoan Atje hoor foor de beweuners. Gyn mefrou."

Ze had zich de laatste maanden voor haar pensioen, gepland in juli of augustus, heel anders voorgesteld, vertelt ze in de zonovergoten tuin bij het tehuis. "An ’e ândere kant bin ik blij dat ’t mij nou treft. Hopelik is de rust werom as myn opfolger antreedt." Al dertig jaar zwaait ze hier de scepter. "Ainlik bín ik gewoan Beuckelaer", grapt ze. Natuurlijk is er ook een raad van bestuur, maar daar hoeft Atje niets van te vrezen. Die is namelijk eenhoofdig. En ook dat hoofd blijkt van Atje Tadema-Postma. Een bijzonder zorgcentrum, vindt de directeur en niet in de laatste plaats vanwege de 85 bewoners. Veelal ‘echte Bilkerts’, aldus Atje. Zij bepalen de sfeer. "Se binne recht foor de raap. Je wete altyd wer’t je an toe binne."

Zelf voelt ze zich inmiddels ook een ‘echte’, al is ze geboren en getogen in Wijnaldum. Onlangs nam Atje in deze krant dan ook geen blad voor de mond toen ze vertelde over de sociale druk waaronder sommige medewerkers in coronatijd staan, ook thuis. Vooral toen eerder deze maand bekend werd dat twee bewoners en vijf medewerkers positief getest waren. Werkgevers van de partners vreesden voor besmetting. Sommige medewerkers bleven daarom thuis. "Se kike ôns an al hadden wy skurft", stelde Atje vast.

Inmiddels is het aantal besmette bewoners gegroeid naar vijf à zes, maar van hen zijn de meesten volgens de directeur aan de beterende hand. In 2018 werd het zorgcentrum al getroffen door het zeer besmettelijk norovirus dat buikgriep veroorzaakte. "Doe het Beuckelaer ok ’n hut op slot sitten. Fijf, ses weken. Dus wy hewwe wat erfaring." Maar toch lukte het niet het coronavirus buiten de deur te houden. "Bliksem, docht ik bij de eerste beweuner met coronaklachten, maar ’t foelde niet as falen. Wy hadden alles deen om ’t te foorkommen."

Atje heeft vooral te doen met de bewoners nu het tehuis op slot zit. Even een ommetje rond het zorgcentrum, dat kan niet meer. Partners die van elkaar gescheiden leven. De contacten blijven veelal beperkt tot telefoon of video. Af en toe mag een bewoner plaatsnemen achter de dichte, glazen schuifdeuren. Daar staat een microfoon klaar en ook eentje aan de andere kant van het glas. Zo hebben bewoners toch even het gevoel dat bezoek dichtbij is. "En dêr kin niet een fan de beweuners metlústere." Maar het blijft vreemd, vindt Atje. "Ik kin alleen maar hope dat d’r over ’n paar weken weer wat meer gewoan besoek mooglik is."

"Myn maat waar d’r niet bij."

In ieder geval doen de medewerkers hun uiterste best om het de bewoners zo veel mogelijk naar de zin te maken. Pedicures en kappers mogen niet meer naar binnen. Ook dat werk wordt nu door ‘de froulju’ – aldus Atje – verzorgd. Ze doelt op de zorgmedewerkers. "Soa sêge wy dat hier, maar d’r binne ok mannen bij hoor." Bewondering heeft ze ook voor de collega’s die in de warme beschermingspakken rondlopen op de zogenaamde groene gang, de plek waar de coronapatiënten liggen. "Je swete je kapot. Ferskriklik." Ze heeft het van horen zeggen want zelf heeft Atje er nog niet in rondgelopen. Ze lacht: "Myn maat waar d’r niet bij." Intussen kunnen vaker dan voorheen bewoners worden getest. Een paar keer per week, stelt Atje. "Dat blyft dochs altyd spannend: het-y ’t of het-y ’t niet?"

Bron: Leeuwarder Courant