Het Bildt, 5 maart 2024
Unieke streektaal in de Friese polder |
Friesland staat bekend om de Friese taal, maar wist je dat er binnen de provinciegrenzen nog een unieke streektaal te vinden is? In het Bildt, een polderstreek aan de noordwestelijke Waddenkust van Friesland, wordt nog steeds Bildts gesproken: een mengtaal die Friese grammatica combineert met Hollandse woorden. Aan de hand van vijf woorden vertellen we je wat meer over het Bildts. Tekst Guus Weggemans 1. Het Bildt Misschien denk je gelijk al: waar komt de naam van het Bildt eigenlijk vandaan? Mogelijk verwijst de streeknaam naar het Hollandse woord “opbillen”, wat het aanslibben van land betekent. Het Bildt is namelijk een poldergebied, dat vanaf 1505 door landarbeiders uit Zeeland en Zuid-Holland is drooggelegd met de 14 kilometer lange Oudebildtdijk. Een groot deel van Friesland stond toen nog bekend als de Middelzee: een zeearm die vanuit het Waddengebied ver naar het zuiden afboog, langs Leeuwarden en bijna tot aan Bolsward toe. De arbeiders polderden het noordwesten van Friesland in en bleven er ook wonen. De Hollandse dialecten die zij meenamen, vermengden zich in de loop der tijd met het Fries van hun buren. Zo ontstond het Bildts als een unieke mengtaal.
| 2. Pakky Een echt Bildts woord, dat je vrij zou kunnen vertalen als pakje of pakketje. Het keert terug als onderdeel van woorden met diverse betekenissen, zoals een pakkydrager (bagagedrager op de fiets), pakkyfet (verpakt vet) en nachtpakky (pyjama). 3. Ferenings Het Bildtse woord ferenings (verenigingen) is een voorbeeld waarin de Hollandse en Friese invloeden duidelijk samenkomen. Het woord stamt uit Holland en gebruiken we ook nu nog in het Standaardnederlands, maar in het Bildts wordt de Friese meervoudsvorm -ings gebruikt. Net als bij de West-Friese dialecten – die in de kop van Noord-Holland en op Texel worden gesproken – beginnen Bildtse woorden nooit met een v: daarom wordt hier de letter f gebruikt. 4. Sirp Sirp is een Bildts woord, dat is ontstaan uit het eerste deel van het oud-Hollandse “siroop”. In het hedendaagse Nederlands kennen we dit woord vooral van limonadesiroop, maar vroeger verwees het specifiek naar de dikke, bruine en zoete vloeistof die ontstaat uit het bereiden van suiker: stroop. Het Bildts houdt met Sirp nog steeds vast aan deze oude betekenis. 5. Struuf Een beetje sirp op een struuf is zeker lekker, want dit is namelijk het Bildtse woord voor pannenkoek. Opvallend is dat struuf veel lijkt op het Brabantse “streuf”, maar het kan ook zijn ontstaan uit het Friese “stro”. Bron: Noorderland |