Ze had niets met het methadonlaboratorium te maken dat de politie op vrijdag 19 februari 2021 aantrof in haar achtertuin in Minnertsga, beweerde een 72-jarige vrouw dinsdag in de rechtbank.

André Horjus

In tranen zei de verdachte van medeplichtigheid tegen de drie rechters van de meervoudige kamer dat ze doodsangsten had uitgestaan. "U weet niet half wat ik door heb gemaakt en heden ten dage nog doormaak."

Ze beweerde bijvoorbeeld dat ze twee dagen voor de politie-inval was bedreigd door de man - een ex-gedetineerde - aan wie ze eerder tegen betaling een schuur ter beschikking had gesteld om te timmeren en muziek te maken. Hij vertelde volgens de vrouw dat hij een drugslab had ingericht. Tot die tijd wist ze van niks, aldus de verdachte. "Ben je gek?" zou ze gezegd hebben. "Dat wil ik niet".

Al jaren verslaafd

De man, die volgens de verdachte nog een onbekend heerschap had meegenomen, zou haar toen een pistool in haar mond hebben geduwd. "Dat heeft me twee tanden gekost." Vervolgens zou hij haar, al jaren verslaafd aan speed, een zak met 50 gram van de harddrugs hebben toegestopt. Een dag later zou de onbekende man haar opnieuw hebben bezocht en bedreigd.

Het laboratorium aan de Langedyk, op de grens van het Bildt, zou volgens het Openbaar Ministerie al in oktober 2020 zijn ingericht. De man aan wie ze een ruimte beschikbaar had gesteld, had verklaard dat hij van de vrouw moest vertrekken omdat ze nieuwe huurders had. Ook twee andere getuigen verklaarden dat ze hem de laatste maanden voor de inval niet meer hadden gezien. Het Openbaar Ministerie vond meer aanvullend bewijs voor zijn verklaring dan voor die van de vrouw.

Aangehouden

Niet hij, maar de bewoonster en twee andere mannen die bezig waren in het laboratorium, werden op 19 februari door de politie aangehouden. Beide heren – een 41-jarige verdachte uit Deventer en een 50-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats - werden eerder al veroordeeld tot respectievelijk een half jaar en 24 maanden cel vanwege de productie van amfetamine op deze plek. Een van deze verdachten zei de vrouw, met haar Yorkshire terriër, op donderdag 18 februari te hebben ontmoet. Dat ontkende ze eerst, maar later gaf ze het toe.

Behalve het laboratorium in de schuur vond de politie in de woning onder meer de zak met speed en – onder de matras van het bed van de bewoonster - een gaspistool en een gasrevolver. Dat had ze, aldus de verdachte, eerder gevonden in het hooi in een tot kippenhok omgebouwd konijnenhok. Het wapen- en drugsbezit bekende ze dinsdag wel. Of de wapens van een van de mannen waren, bleef onduidelijk. "Niemand heeft me er ooit naar gevraagd."

Sociaal pension

De vrouw woont tegenwoordig in een sociaal pension in Sneek. Haar woning in Minnertga is op last van de burgemeester drie jaar gesloten. De verdachte zei ook niet terug te willen keren naar Minnertsga.

Rechter Gustaaf Wijnands noemde het "wonderbaarlijk" dat de vrouw lange tijd geen flauw benul had, vooral omdat het laboratorium - ook ’s avonds en ’s nachts - het nodige verkeer aantrok en er een zure lucht hing. Ook verbaasde Wijnands zich erover dat de verdachte na de vermeende bedreiging niet naar de politie was gestapt. "Ik was compleet lamgeslagen", verklaarde ze. "Ik was totaal mezelf niet."

Dubbele opzet

Officier van justitie Roelof de Graaf sprak van dubbele opzet. De vrouw had haar schuur tegen betaling beschikbaar gesteld en wist – of had redelijkerwijs kunnen weten – dat er daadwerkelijk harddrugs werd geproduceerd. "Ik kan me niet voorstellen dat ze niks heeft geweten." Hij wees erop dat in 2018 ook al eens een hennepkwekerij op het perceel was aangetroffen. "De verdachte heeft niets ondernomen om te voorkomen dat hier opnieuw dergelijke activiteiten zouden plaatsvinden."

De Graaf hield echter ook rekening met haar leeftijd en het feit dat de vrouw een zwaar leven achter de rug had – met geweld en verslavingsproblemen. Bovendien had ze hulp gezocht. Hij eiste een gevangenisstraf van 400 dagen waarvan 360 dagen voorwaardelijk bij een proeftijd van twee jaar.

Voorarrest

Omdat de vrouw al 40 dagen in voorarrest had gezeten, hoeft ze wat de officier betreft niet terug naar de gevangenis, behalve wanneer ze binnen de proefperiode in herhaling valt. "Ik vrees met grote vreze dat uw rechtbank wel tot dubbele opzet komt", stelde advocaat Louis de Leon. In dat geval zou zijn cliënt volgens de raadsman met het voorstel van de officier kunnen leven.