Oudebildtzijl, 12 maart 2022

Charmant prinsje

Prins Mignon

De nog geen meter lange Gerrit Keizer kwam uit een arm Fries gezin. Hij groeide uit tot een fenomeen, en niet alleen om zijn lengte. Van acrobatiek tot zang: Keizer had grote talenten.

TEKST: JACO BERVELING

Hij was nog maar zeventien, toen de kleine man uit het Friese dorpje Oudebildtzijl furore maakte op het toneel van het gerenommeerde Ronacher. Dat grootse theater in Wenen, waar je eind negentiende eeuw aan tafeltjes zat en waar je mocht eten, roken en drinken, was afgeladen. Gerrit Keizer, zoals de jongen heette, noemde zich prins Mignon en was met zijn lengte van tachtig centimeter een opvallende verschijning. Niet alleen omdat hij van een ‘puppenhaften, erstaunlichen Kleinheit’ was, maar ook omdat hij echt wat kon. Vooral de acrobatiek en het komisch talent van de prins vielen bij de Weners in de smaak. ‘Der kleine Wundermann’ legde tijdens zijn atletische capriolen ‘eine erstaunliche Komik’ aan de dag. Het Weense publiek ontving elk stuk dat hij opvoerde met een donderend applaus en aan het slot van de voorstelling werd hij in zijn ‘reichen Phantasie-Uniform’ in de zaal ‘herumgetragen’. De conclusie: Ronacher mocht zich gelukkig prijzen met zo’n enorme publieksmagneet.

Komt dat zien!

Gerrit Keizer kwam op 4 maart 1874 ter wereld. Hij was een op het oog gewone baby die zich normaal leek te ontwikkelen. Maar al gauw stopte hij met groeien. Op driejarige leeftijd was Gerrit pas 55 centimeter lang, terwijl een kind op die leeftijd doorgaans al een centimeter of 95 is. In de loop der jaren kwamen er nog wel wat centimeters bij, maar groot werd Gerrit nooit.

Het gezin waarin Gerrit opgroeide was arm. Vader Johannes was een eenvoudige werkman en zijn moeder Joukje werkte als huishoudster. Op allerlei manieren werd geprobeerd om de eindjes aan elkaar te knopen. Ook kleine Gerrit moest een bijdrage aan het gezinsinkomen leveren. Gezien zijn geringe lengte was hij een bijzondere verschijning en daar was in de negentiende eeuw geld mee te verdienen. Veel geld zelfs. Voor zover bekend begon zijn artistieke carrière in 1880. Hij maakte destijds een tournee langs Nederlandse kermissen als ‘kapitein Fourmi’ (Frans voor ‘kapitein Mier’, dat klonk chic). ‘Deze kleine Jongenheer heeft den ouderdom bereikt van 7 jaar, heeft de zwaarte van 8 Kilogram en de lengte van 55 Centimeters’, kondigde een krantenadvertentie hem aan. En een recensent van de Haagse kermis noteerde in 1881 in Het Vaderland: ‘Ons eerste bezoek brengen we aan Kapitein Fourmi. (…) Dankzij de goede opvoeding, die zijn ‘Directeur’ den jeugdigen officier geeft, is hij, thans 8 jaren oud een net ventje geworden. Hij praat heel aardig en beweegt zich vlug en netjes. (…). Hij heeft niets stuitends, niets dwergachtigs in zijn gelaat; veeleer ziet hij er aardig, guitig en gezond uit. Het ventje zal zeker een druk bezoek hebben.’

Naar Londen en Parijs

De optredens van de kleine Keizer werden in de loop der jaren steeds professioneler. Hij leerde beter zingen en dansen en zijn impresario leerde hem ook de nodige acrobatische toeren, waaronder ‘hoogstandjes’. De tijd was rijp voor een Europese tournee en in 1891 reisde Keizer naar Parijs, Londen en een hele reeks andere Europese hoofdsteden, waaronder het genoemde theater in Wenen. Tijdens de Europese tour gebruikte Gerrit de artiestennaam Prins Mignon, oftewel Prins Charmant.

Hij werd in Parijs meer dan enthousiast ontvangen. Al snel stak hij een beroemde voorganger naar de kroon, de toen al overleden dwerg Charles Sherwood Stratton, die bekend stond als Generaal Tom Thumb. De Amerikaanse showman Phineas Taylor Barnum had van Stratton een wereldberoemde artiest gemaakt. Keizer deed bepaald niet voor de Generaal onder. Een journalist van een Franse krant was laaiend enthousiast. ‘Vergeet Tom Thumb! Vergeet de dwergen van Barnum!’, schreef hij. De journalist verwachtte dat heel Parijs in een mum van tijd de mond vol zou hebben van prins Mignon. Die voorspelling kwam uit. De Parijzenaars liepen weg met de kleine Fries.

In maart 1891 vertrok hij naar Londen waar hij ging optreden in het London Pavilion, een prachtig variététheater. Net als in Parijs verscheen hij in zijn militaire uniformpje, compleet met degen. Hij ging in een poppenstoeltje zitten en rookte een sigaret. Daarna zong hij in avondkostuum met zijn fijne hoge stem Franse liedjes. Vervolgens was het tijd voor acrobatische toeren. Een assistent zette voorzichtig een tas op het toneel. Plots vloog die tas open en tada, tot ieders verbazing sprong de kleine Keizer er behendig uit om een sierlijke buiging te maken. Hij balanceerde ook met zijn handen op een piramide van kleine, op zijn maat afgestemde stoelen en hij maakte salto’s. Ook de Londenaren waren enthousiast. Ze vonden Prins Mignon een ‘unique specimen of the human race’ die niet onderdeed voor Tom Thumb.

New York, New York

In 1893 wilde Keizer de oceaan over, naar de wereldtentoonstelling van Chicago. Maar hij belandde in New York, waar hij al snel de ‘talk of the town’ werd. Journaliste Nell Nelson van The Evening World strikte hem voor een interview en liet de Nederlandse prins uitgebreid aan het woord. Keizer vertelde over de nadelen van zijn geringe lengte. Zo kon hij in kledingzaken alleen terecht op de kinderafdeling. En als hij een kostuum nodig had, moest een kleermaker dat op maat maken. Dat gold ook voor zijn hoge hoed en schoenen en dat was allemaal een kostbare zaak. Een ander nadeel was alle ongewenste aandacht die hij kreeg, onder andere van de dames. Als mannen hem wilden optillen, wist hij zich meestal wel slaand en schoppend te bevrijden, maar bij vrouwen was hij als was in hun handen. Ook al kookte hij dan inwendig van woede, hij liet zich toch vertroetelen als een baby. De Amerikaanse journaliste prees Keizers intelligentie en merkte op dat hij niet alleen Nederlands, maar ook Duits, Frans en Engels sprak.

Wonderlijke mensen

De kleine Keizer behoorde tot de top van de amusementswereld en zijn impresario zag mogelijkheden om hem onder te brengen in het circus van Barnum en Bailey. Barnum, de man die Tom Thumb groot had gemaakt, was in 1891 overleden. Maar zijn circus trok onder leiding van James Bailey nog jarenlang rond. Een uitgelezen kans voor prins Mignon om helemaal Tom Thumbs opvolger te worden, maar hij weigerde. Hij zag het heen-en-weer reizen met een circus niet zitten en bedankte voor de eer. Of Keizer de wereldtentoonstelling in Chicago haalde, is niet bekend. Hij ging in ieder geval wel aan

de slag in zogeheten dime museums, populaire tentoonstellingen waar je voor tien dollarcent kon kijken naar uiteenlopende vormen van volksvermaak, van ‘wonderlijke mensen’ tot pseudo-wetenschappelijke rariteiten. Zo trad hij op als ‘de kleinste dreumes ter wereld’ met Ella Ewing, een reuzin van 2,25 meter die als ‘the Missouri Giantess’ door de Verenigde Staten trok.

Nog een keer Amerika

Eind 1893 hield Keizer het artiestenbestaan voor gezien en keerde hij terug naar Nederland. Daar gooide hij zijn leven over een heel andere boeg: hij werd evangelist. Maar in 1907 besloot hij toch nog één keer naar New York af te reizen. In oktober en november van dat jaar trad hij op in Huber’s Museum, een van de bekendste en beroemdste dime museums van New York. In de loop der jaren verdienden honderden verschillende reuzen, dwergen en dikke dames en heren er hun belegde boterham. Maar Keizer was allesbehalve tevreden over de wijze waarop Huber’s Museum met hem omsprong. Hij werd in New York dusdanig geëxploiteerd dat hij er financieel niet veel wijzer van werd, en dat terwijl hij wel lange dagen maakte. Na een paar weken gaf hij er dan ook de brui aan en ging terug naar huis. Na dat tweede Amerikaanse avontuur trad hij nog wel een enkele keer op, maar zijn hoogtijdagen waren voorbij.

Wonderlijke mensen

De kleine Keizer behoorde tot de top van de amusementswereld en zijn impresario zag mogelijkheden om hem onder te brengen in het circus van Barnum en Bailey. Barnum, de man die Tom Thumb groot had gemaakt, was in 1891 overleden. Maar zijn circus trok onder leiding van James Bailey nog jarenlang rond. Een uitgelezen kans voor prins Mignon om helemaal Tom Thumbs opvolger te worden, maar hij weigerde. Hij zag het heen-en-weer reizen met een circus niet zitten en bedankte voor de eer. Of Keizer de wereldtentoonstelling in Chicago haalde, is niet bekend. Hij ging in ieder geval wel aan de slag in zogeheten dime museums, populaire tentoonstellingen waar je voor tien dollarcent kon kijken naar uiteenlopende vormen van volksvermaak, van ‘wonderlijke mensen’ tot pseudo-wetenschappelijke rariteiten. Zo trad hij op als ‘de kleinste dreumes ter wereld’ met Ella Ewing, een reuzin van 2,25 meter die als ‘the Missouri Giantess’ door de Verenigde Staten trok.

Nog een keer Amerika

Eind 1893 hield Keizer het artiestenbestaan voor gezien en keerde hij terug naar Nederland. Daar gooide hij zijn leven over een heel andere boeg: hij werd evangelist. Maar in 1907 besloot hij toch nog één keer naar New York af te reizen. In oktober en november van dat jaar trad hij op in Huber’s Museum, een van de bekendste en beroemdste dime museums van New York. In de loop der jaren verdienden honderden verschillende reuzen, dwergen en dikke dames en heren er hun belegde boterham. Maar Keizer was allesbehalve tevreden over de wijze waarop Huber’s Museum met hem omsprong. Hij werd in New York dusdanig geëxploiteerd dat hij er financieel niet veel wijzer van werd, en dat terwijl hij wel lange dagen maakte. Na een paar weken gaf hij er dan ook de brui aan en ging terug naar huis. Na dat tweede Amerikaanse avontuur trad hij nog wel een enkele keer op, maar zijn hoogtijdagen waren voorbij.

Niet alleen bezichtigen

Keizer kon terugkijken op een geslaagde carrière. Op 65-jarige leeftijd, zeven jaar voor zijn dood in 1946, was hij nog bekend genoeg om door het tijdschrift Het Leven geïnterviewd te worden. Hij woonde op dat moment in een rusthuis in Loos­duinen. Keizer sprak met weemoed over zijn Amerikaanse avonturen. De journalist noteerde: ‘Wat is dat lang geleden….! Maar hij heeft het er goed gehad, verdiende er zijn brood door niets te doen, liet zich enkel maar ‘bezichtigen’, en lachte een beetje om die nieuwsgierige Amerikanen.’

De journalist schreef braaf op wat Keizer te vertellen had. Maar de kleine man bagatelliseerde zijn talenten wel erg. Hij liet zich zeker niet alleen maar ‘bezichtigen’. En ook van ‘niets doen’ was geen sprake. Gerrit Keizer maakte als hij optrad lange dagen, vaak van vroeg in de middag tot laat in de avond. Tijdens die optredens liet hij zien dat hij heel wat in zijn mars had. Hij was goed in wat hij deed en kreeg puike recensies. Hij trad op in een grote steden en werd door het publiek op handen gedragen, soms letterlijk zoals in Wenen. Hij was een topartiest, en dat was destijds een absolute topprestatie voor de zoon van een werkman en een dienstbode uit een gehucht in Friesland. 7

De piepkleine generaal

De kleine Amerikaan Charles Sherwood Stratton (1838-1883), die bekend stond als Generaal Tom Thumb, werd wel getypeerd als de bekendste artiest van de negentiende eeuw. De Generaal vierde niet alleen triomfen in de Verenigde Staten, maar hij maakte met de showman Phineas Taylor Barnum ook een succesvolle tour door Europa. In 1858 deed hij Nederland aan. Stratton trad op in Amsterdam en Rotterdam. Hij zong, danste, speelde toneel en imiteerde beroemdheden, onder wie Napoleon Bonaparte. Barnum keek in zijn memoires Struggles and Triumphs met veel plezier terug op zijn bezoek aan Nederland. Hij vond de Hollanders propere en nijvere mensen. Zijn verdiensten vielen hier alleen wel tegen. Hij dacht dat het lag aan de sobere levenswijze van de Hollanders. Ze hadden gewoonweg niet veel geld over voor amusement.

Als mannen hem optilden, bevrijdde hij
zichzelf schoppend en slaand, maar bij
vrouwen was hij als was in hun handen

De kleinste en grootste man

Eind negentiende eeuw werden dwergen regelmatig gekoppeld aan reuzen en andersom. Zo trad Gerrit Keizer zelf in Londen op met de Chinese reus Chang- Tu-Sing (1841-1893), The Tallest Man in the World. Chang beweerde dat hij 2,74 meter lang was. Het ging in Londen vooral om het komische contrast tussen de twee mannen. Chang hoefde op het toneel niets te doen, behalve diep voorover buigen om prins Mignon een hand te geven. Chang liet zich in 1865 voor het eerst in Londen bekijken. Al snel toerde hij door Europa, de Verenigde Staten en Australië. Showman Phineas Taylor Barnum strikte hem in 1880 voor een tour door Amerika. De intelligente Chang, die tien verschillende talen sprak, liet zich er dik voor betalen. Of hij ook echt 2,74 meter was, is maar de vraag. Naar verluidt was de kist waarin hij na zijn dood begraven werd, ‘slechts’ 2,60 meter lang.

Bron: Quest Historie