Omdat een bed-bad-broodvoorziening in Friesland ontbreekt, staat de Syrische Sleman Bdewi uit het asielzoekerscentrum in Sint Annaparochie volgende week op straat.

Maria Del Grosso

Omdat een bed-bad-broodvoorziening in Friesland ontbreekt, staat de Syrische Sleman Bdewi uit het asielzoekerscentrum in Sint Annaparochie volgende week op straat.

De 34-jarige kunstenaar Sleman Bdewi is ten einde raad. Na twee afwijzingen voor een verblijfsvergunning heeft hij met zijn advocaat, Cecile Suurmeijer, hoger beroep aangetekend bij de Raad van State. Van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) mag hij de uitspraak in het hoger beroep niet afwachten. Volgende week moet hij Europa verlaten.

Sleman wordt niet uitgezet, legt Suurmeijer uit. Terugsturen naar Syrië kan niet, omdat het daar te gevaarlijk is in verband met de oorlog. Wel moet hij zelfstandig vertrekken. Waar hij naartoe moet, zonder geld, is de vraag die hem dagelijks kwelt. Vorige week maakten het Diaconaal Platform Leeuwarden (DPL) en Noodopvang Fryslân bekend dat uitgeprocedeerde asielzoekers in Friesland nergens terecht kunnen.

In de toekomst kunnen ze mogelijk een plek krijgen bij de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) in Groningen, maar die vangt nu alleen mensen uit azc’s in Groningen op. "Ik heb bij de LVV in Amsterdam geïnformeerd, maar daar is een wachtlijst", zegt Bdewi.

Hij verblijft sinds 4,5 jaar in Nederland en sinds 1,5 jaar in het azc in Sint Annaparochie. "Het is hier alleen maar slapen, eten, slapen, eten." Nederlandse les krijgt hij niet zolang hij geen verblijfsvergunning heeft. Daarom leerde hij de taal zelf maar.

Ook gaf hij zich niet over aan het stilzitten. De Syriër, die in zijn land tekenleraar was, organiseert in het azc kinderactiviteiten, kookt voor anderen en schildert, schildert, schildert. Niet dat daar de ruimte voor is op het centrum. Hij kreeg een ruimte aangeboden in een woning in Sint Annaparochie.

Door het schilderen kan hij zijn stress vergeten, hoewel sommige werken hartverscheurend zijn. Zo schilderde hij familieleden liggend in de sneeuw bij de grens van Libanon, waar ze omkwamen tijdens hun vlucht.

De IND stelt dat Bdewi "een gevaar vormt voor de openbare orde". De dienst zegt dat de Syriër in zijn land oorlogsmisdaden heeft begaan en verantwoordelijk is voor "ernstige misdrijven". Zijn advocaat legt uit dat Bdewi voor het uitbreken van de oorlog werd opgeroepen als reservist. Toen overwoog hij al te vluchten, maar omdat het voor twee weken zou zijn, besloot hij die te doorstaan.

Bdewi kwam terecht bij de militaire inlichtingendienst. De twee weken werden verlengd tot zes maanden. Als reservist deed hij niet het werk dat de andere militairen doen, maar dat wordt door de IND niet geloofd, vertelt Bdewi. De IND verwijt hem onder andere dat hij een bus met demonstranten heeft bewaakt. ,"Als ik dat had geweigerd, was ik ter plekke doodgeschoten", legt hij uit.

Suurmeijer spreekt van een "schrijnend geval. Hij is ingeburgerd, spreekt Nederlands, maar heeft wel moeite om zijn verhaal goed weer te geven. Daar kan het fout gegaan zijn." Bdewi zegt altijd een doel voor ogen te hebben gehad en werkt daar hard aan. Hij exposeert waar hij maar kan en heeft daardoor vele contacten opgedaan.