Sint Annaparochie, 10 april 2021    

De uitersten van het Bildt

Foto: Bart Dijkstra

De Stamvader van de familie De Jong startte in 1935 een krant die strijdt voor het Bildts, een eigen taal. Nu De Bildtse Post dreigt te verdwijnen, roert het volk zich. De stamvader van de familie Faber - ook uit Sint Annaparochie - plaatste in 1938 een eerste geluidsbox langs een kaatsbaan. Nu is Faber Audiovisuals een wereldspeler. Twee mediafamilies uit hetzelfde Friese dorp in het Bildt, twee uitersten.

door Bert Dijkstra

In de immense hal van Faber Audiovisuals aan de rand van Sint Annaparochie - dorp op het Bildt, goddelijke Friese streek langs de Waddenzee - staat een deel van de 15.000 vierkante meter led-schermen die het bedrijf rijk is te wachten op mondiale mega-evenementen. Boven zitten medewerkers op computerschermen te sleutelen aan een virtuele wereld, waarin Faber voor multinationals als Coca-Cola en Philips (digitale) massabijeenkomsten mogelijk maakt zonder dat mensen bij elkaar komen.

"Bizar, hoe één jaar corona ervoor heeft gezorgd dat de mensheid innovatief vijf jaar vooruit is gegaan", zegt Cees-Jan Faber, de drijvende kracht van het familiebedrijf. Móést wel, want ook Faber kreeg als spin in spetterende spektakels klappen van de pandemie. Alleen al dat ene mei-weekeinde van 2020 in het kleine Nederland: Formule 1 in Zandvoort, het Eurovisie Songfestival in Rotterdam, Bevrijdingsfestivals van Groningen tot Maastricht. En overal zou Faber de led-schermen leveren, alleen al voor het Songfestivalpodium in Ahoy 1000 vierkante meter. Ging dus niet door en dan ga je verder kijken. Naar de virtuele wereld van de toekomst, want ook in Sint Annaparochie moet de pijp blijven roken.

Bildtse Post moet blijven,
zegt het volk. Kop d'r foor!

Ons succes is het succes van de mensen die bij ons werken", zegt Cees-Jan Faber. Het concern had bedrijven in Los Angelos en Dubai, koestert nog 'dependances' in München, Stuttgart, Roosendaal en op het Hilversumse Mediapark, maar de hoofdvestiging is en blijft in Sint Annaparochie, 'hoofddorp' van het Bildt, met eethuis De Kaai, de Van Harenskerk en minder dan 5.000 inwoners. "De genen van de streek zitten tot diep in het bedrijf. Wat Friezen uit het Bildt bijzonder maakt? "We zijn toch wel een beetje de Galiërs van het polderland. Onverschrokken. Niet lullen maar poetsen. We hebben hier zelfs een eigen taal."

Onverschrokken

Dat Bildts wordt gekoesterd door de andere markante media-familie uit Sint Annaparochie: De Jong. Overgrootvader Dirk Gerryts de Jong begon in 1935 met De Bildtse Post, opa Gerryt Dirks was hoofdredacteur, vader Dirk Jan is nog altijd directeur en diens zoon Gerard weer hoofdredacteur. En allemaal beschermden ze onverschrokken hun taal, zoals de Galiërs Asterix en Obelix hun dorpje tegen de Romeinen. Krijgers, op handen gedragen door het volk dat het óók vreselijk vond toen het Bildt als gemeente werd opgeslokt door Waadhoeke. Het gemeentehuis in St. Anna werd een medische post. Gerard de Jong moet voor raadsvergaderingen naar Franeker, búiten het Bildt. "Het leven was hier altijd zo mooi overzichtelijk: je had de gemeente het Bildt en je had De Bildtse Post", zegt hij op de plek waar het dit jaar 86 jaar geleden allemaal begon. Karakteristiek pand met een paar kantoortjes en in het hart een betonnen vloer, waarop de eerste drukpersen draaiden.

Foto: Bart Dijkstra

De Bildtse Post bedient zich (als een van de weinige kranten in de wereld) van drie talen: Nederlands, Fries en Bildts, een mix van Fries en Zuid-Hollands, in de 16e eeuw ontstaan toen arbeiders uit vooral Wassenaar de Bildtdijken (eerst de oude, later de nieuwe) kwamen bouwen in de strijd tegen de Waddenzee. De prangende vraag die de streek nu bezighoudt: hoelang ploft de krant nog bij de 1350 abonnees op de mat? Hoe vaak kunnen de 8000 bewoners de gratis versie van De Bildtse Post nog openslaan? Drie weken geleden kondigden vader en zoon De Jong in hun eigen krant het afscheid aan. De oude directeur is toe aan rust, zijn zoon voelt zich te veel journalist om zakelijk leider te worden, voor overname was te weinig belangstelling, dus met pijn in het hart: stop de persen.

Maar daar denken de Bilkers - de mensen van het Bildt - toch anders over. Een vloedgolf van reacties overstroomde de polder, een geweldloze volksopstand dreigde. 'De kop d'r foor!', luidde de noodkreet. Er heeft zich inmiddels een potentiële koper gemeld, de kans op een doorstart is niet langer denkbeeldig. Tot opluchting van Gerard de Jong. "Weet je wat de mensen - naast de columns en de puzzels in het Bildts - vooral zouden gaan missen? De overlijdensberichten. De melding van de dood is de belangrijkste advertentie van het leven."

Overlijdensbericht

Wrang genoeg stond in de allereerste Post die hij als hoofdredacteur maakte het overlijdensbericht van zijn pake Gerryt Dirks. Op een vrijdag stierf de man die altijd op de fiets in een lange regenjas en een potlood achter zijn oor door het Bildt fietste op zoek naar nieuws. Binnen vijf dagen moest Gerard de Jong - toen nog student journalistiek in Zwolle - de krant redden. Nu, 21 jaar later, wacht een nieuw hoofdstuk in zijn leven. In zijn kantoortje ligt het Woordenboek van 't Bildts op tafel. Hij is bezig met een roman. In het Bildts uiteraard. In de krant van vorige week staat: 'Senator Ton Raven heeft minister van Binnenlandse zaken Kajsa Ollongren gevraagd opnieuw te kijken naar een officiële status voor het Bildts.' Geheel in de geest van waaruit pionier Dirk Gerryts namens de familie De Jong in 1935 z'n eerste krant drukte.

Drie jaar na de geboorte van De Bildtse Post begon Jippe - de pake van Cees-Jan - even verderop in Sint Annaparohie met installatiebedrijf Radio Faber. Jippe verkocht elektrische apparatuur, maar zijn hart lag bij z'n hobby: geluidsinstallaties.

Hij plaatste de eerst langs een Friese kaatsbaan en toen was het hek van de dam. Cees-Jan toont een foto van de bevrijding in 1945. Een Citroën met op het dak een grote geluidstoeter van pake. De Elfstedentochten, de PC op 't Wembly van het kaatsen in Franeker, 's lands paardenrennen, cabaretvoorstellingen van Rients Gratama in circustenten, dorpsfeesten, festivals, overal verzorgde Faber het geluid en later - toen Cees de zaak overnam - de beelden.

Als jochie klom Cees-Jan in de nok van de tribunes langs de renbanen van Duindigt en Wolvega om boxen op te hangen, totdat hij besloot: voordat ik het bedrijf overneem, ga ik kijken wat er verder te koop is in de wereld.

Multinational

Bevrijdingsfeest in 1945, met in de feestelijke optocht de Citroën met geluidstoeter van pake. Foto: Stichting Bildts Aigene

In dienst van toen nog 's lands grootste audiovisuele bedrijf JRV in Roosendaal zag hij voor 't eerst een led-scherm en dacht: dat wordt mijn wereld.

Hij werd zelfstandig agent voor JVR en later voor Mitsubishi, voordat hij de complete led-schermvloot van de Japanse multinational overnam. Z'n eerste contract als leverancier voor mega-evenementen betrof vijf wereldbekerwedstrijden skiën. Cees-Jan leverde de beelden, zin vader het geluid. Pionierswerk op besneeuwde bergtoppen. "Tegenwoordig hebben we er helikopters voor, maar toen ging ik met boxen van zestig kilo op m'n rug van zwarte pistes af om die dingen onderweg te plaatsen.

Het Formule 1-circus binnen hengelen was destijds niet de zwaarste klus. Als je led-schermen wilde voor je evenement kwam je vrij snel ook bij Faber in Sint Annaparochie terecht. Een Grand Prix is voor Cees-Jan Faber een klus zoals vele andere. "Straks - hopelijk - in september de GP in Zandvoort.... zestien schermen. Voor de mensen van Faber geen probleem."

In 2001 zaten vader en zoon Faber in het skidorp Sankt Anton in een Stube toen Cees sr. zei: "Vriendelijke vriend, het wordt tijd dat je het familiebedrijf over gaat nemen.' Ze hadden op dat moment vijf mensen in dienst. Ondernemersrisico's van junior leidden tot een immense groei. Cees-Jan: "M'n vader en m'n vrouw Minke - als hoofd HR steunpilaar van het bedrijf - lagen nachten wakker van m'n investeringen."

Faber: 'Formule 1-circus is
voor ons een gewone klus

Zoals in 2013, toen hem werd gevraagd om de led-boarding voor de voetbalcompetitie van de Verenigde Arabische Emiraten te leveren. "Dat deden we al voor 27 clubs in Duitsland en Nederland. Voor de nieuwe klus hebben we een vestiging geopend in Dubai. Een jaar later hengelden het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië binnen voor een periode dat al ons materiaal al was verhuurd. Ik vond dat een luxeprobleem. We hebben een vestiging geopend in Hollywood in de wetenschap dat we een jaar later het WK skiën in Colorado moesten doen. Hebben de nieuw aangeschafte led-schermen - een miljoeneninvestering - van Brazilië naar de Verenigde Staten verscheept. Achteraf niet verwonderlijk dat Minke er thuis in Sint Annaparochie buikpijn van had. Zij kreeg de rekeningen onder ogen."

De spectaculaire groei bleef op het wereldtoneel niet onopgemerkt. Cees-Jan Faber werd gebeld door Kevin Rabbit, ceo van de Amerikaanse NEP Group. Of NEP het bedrijf uit het Bildt kon kopen. De naam Faber zou blijven bestaan en Cees-Jan kon zich volledig op Europa gaan concentreren. De Friese ondernemer twijfelde over de fantastische aanbieding.

"Dat we zelfstandig door konden gaan, gaf voor mij de doorslag. In het begin kneep de gedachte dat ik onderdeel zou worden van een multinational me de keel dicht, maar Rabbit verzekerde mij dat we onszelf konden blijven. Hij heeft woord gehouden. Het dna van het Bildt zit nog altijd in het bedrijf. Onze Friese genen zijn niet aangetast."

Bron: De Telegraaf