1790 Het Hof van Friesland veroordeelt Jan Claasen Dankert tot 3 maanden verbanning van het Bildt wegens grievende uitlatingen aan het adres van de Prins van Oranje: "Het voorss. Hof .... band de beklaagde ter zake dat hij op den 3 Maij 1789, is geweest ten huijse van Claas Claasen Spiering te Vrouwenbuirt en thoen al-daar gezegd heeft dat de Koningen van Pruissen en Engeland en de Prins van Orange schelmen waren, alles breder ten processe gemeld, uit de Grietenije van 't Bild, de tijd van drie maanden, te rekenen van de tijd der pronunciatie deses, zonder in de tijd van dat bannissement weder in gedagte Grietenij te mogen koomen ..... Aldus gedaan en uitgesproken in de Cancellarie binnen Leeuwarden den 15 Julij 1790". Het meest belastend is de verklaring van Geert Beerents Mulder, chirurgijn te Vrouwenbuurt: "dat gemelde Jan Clasen Dankert thoen aldaar driftig, en in toorn gesegt heeft: dat de Koning van Pruijsen, en de Koning van Engeland schelmen waaren en dat de Prins van Orange de grootste schelm was". Teeke Johannes voegt daar nog aan toe dat Mulder bestraffend tegen Jan Dankerts heeft gezegd: "Jan, Jan dou kwetste de gekroonde Majesteiten". Jan Claasen Dankert, geconfronteerd met deze verklaringen weet niet dit gezegd te hebben, "wijl de beklaagde een soopje gehad en dronken was geweest". 82) 1793 Cornelis Anes Wassenaar "protesteert per notaris Wassenaar de effectie van de opzegginge, gedaan door de Dorpsrechter Hiddinga aan Jan Claasen Dankert cum uxore om hunne bewoonde huisinge c.a. op den 12 Maij 1793 in vrijdom te verlaaten". 20) |