deel 1 Vooraf deel 2 Nederland en Duitsland deel 3 Tsjechie, Oostenrijk en Hongarije deel 4 Roemenië |
Eigenlijk hoort dit verhaal niet onder de rubriek "vakantiereizen". Immers een sponsorfietstocht is meer gericht op het fietsen en het goede doel dan op het mooie landschap en de bezienswaardigheden onderweg. Toch heb ik besloten ook het verslag over deze fietstocht op mijn website te zetten en ik hoop dat mijn verslag met genoegen gelezen zal worden.
Eerst iets over de aanleiding voor deze sponsorfietstocht. Daartoe laat ik journalist Johan
Vogelzang graag aan het woord in de Friesland Post van april 2004:
Het Roemeense dorp Schitu Stavnic is net zo groot als Earnewâld. Maar de 150 gezinnen in dat
dorp hebben geen stromend water en kunnen zich niet eens regelmatig wassen. De Stichting Roemenië
Garyp-Earnewâld wil er graag een gebouw met sanitaire en medische voorzieningen neerzetten. Hoe
ze daarvoor geld binnenhalen? Met een fietstocht. ln de maand mei zal een aantal enthousiaste
fietsers de drieduizend kilometer van Earnewâld naar Schitu Stavnic - achter de Karpaten op 20
kilometer van de Russische grens - afleggen. Bezweet zullen ze aankomen, douchen kan (nog) niet.
De Stichting Roemenië Garyp-Earnewâld heeft daarom samen met een lokale aannemer en deskundigen
uit Nederland bouwtekeningen gemaakt en vergunningen gekregen om een gebouw voor sanitaire en
medische voorzieningen in Schitu-Stavnic neer te zetten. Van de benodigde 200.000 euro is inmiddels
50.000 binnen en men hoopt met de fietstocht minimaal 75.000 euro's bij elkaar te pedaleren.
De fietsers kunnen door iedereen per kilometer worden gesponsord, de stichting hoopt op 25 euro
per duizend meter. Om de monstertocht onder de aandacht te brengen wordt op 17 april een
grootscheepse fietstocht gehouden door heel Fryslan, met een reclamekaravaan. Op deze manier
hoopt men de reeds behaalde sponsoren voor het voetlicht te brengen en nieuwe sponsoren te
bereiken.
Onder de achttien fietsers die de uitdaging zijn aangegaan zit elfstedentocht-voorzitter Henk
Kroes, de man uit Boazum die vorig jaar al vanuit Rusland naar Nederland fietste. Voor deze
prestatie en voor zijn algehele passie voor sport en goede doelen ontving Kroes in januari tienduizend
euro van het bedrijf Hendriks UTD, de zogeheten Kernwaarden Passie Award. Dat bedrag stortte
hij op de bankrekening van de Stichting Roemenië Garyp-Earnewâld.
Andere fietsers die de tocht gaan ondernemen zijn onder andere Karst Berkenbosch uit Oldeberkoop,
hij zal regelmatig verslag uitbrengen voor Omrop Fryslân. Ook Klaas Dankert, oud-burgemeester
uit Sint Annaparochie, is van de parij. Piet Kapenga uit Buitenpost, van de gelijknamige woonwinkel,
doet ook mee en heeft de ploeg volledig in tenue gestoken, overigens in de nationale kleuren van
Roemenië.
Zo'n tocht begin je niet zonder voorbereiding. Verleden herfst hebben we al een eerste oefentocht
met de groep gemaakt, om het Lauwersmeer heen. Het waaide hard, koud en dikke buien. Nat, verkleumd
en van boven tot onderen onder de modder van de bietenwegen kwamen we weer in Garyp terug. Onderweg
had ik het een paar keer best moeilijk gehad om bij te blijven en één keer had ik zelfs moeten
afhaken. Mijn conclusie wat duidelijk: "Ik zal nog het nodige moeten bijspijkeren!"
Van onze ploegleidster Boukje de Jong hadden we een ambitieus trainingsschema meegekregen. Ik heb
me er niet helemaal aan gehouden maar op het laatst wel alle weken een paar keer een rondje van
100 kilometer.
Op 20 maart stormde het "dat it rikke" tijdens de oefentocht. Op het vlakke stuk kon ik me nu
aardig in de ploeg handhaven. Bij een trainingsrit op de Holterberg moest ik ervaren dat bergop
mij erg veel moeite kostte en dat ik geheid als laatste bovenkwam. Eind maart zijn we drie dagen
wezen fietsen in Sauerland. Daar heb ik veel profijt van gehad, je moet even uitvinden wat voor
jou de juiste schakeling is: te klein, dan blaas je jezelf op en te groot, dan trek je het niet.
Maar je moet je kracht wel kunnen benutten, dus niet té klein.
Na op 17 april nog een promotietour door Friesland was op 8 mei de start in Garyp en kon de tocht
beginnen.
Voor dit verslag heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de foto's, die Henk Kroes heeft gemaakt. En bij de vermelde afstanden moet worden aangetekend, dat mijn teller erg royaal telt. Het werkelijk aantal kilometers is dus wat lager.
Zaterdag, 8 mei
Garyp - Emmen, afstand: 151 km.
Eindelijk de dag van vertrek. Na maanden van voorbereiding, training en vergaderingen gaat
de sponsorfietstocht nu los. Nu laten we de boel maar de boel.
In het Geahûs in Garyp is het een drukte van belang. Harriët, Theunis en Gea zijn ook gekomen
om ons uit te zwaaien. Nog een zoen van Truida, het startschot van Atje Keulen-Deelstra en daar
gaat-ie onder een bemoedigend applaus van de achterblijvers.
De eerste kilometers fietsen vlot weg en na Siegerswoude is het al tijd voor de eerste stop.
Lekkere koffie, broodjes en een banaan. Voor de volgende vijftig kilometer een handvol krenten
en een paar druivensuikertjes.
We volgen nu een prachtige route door het Drentse. Tussen Vries en Zijen, net na een bocht
grote consternatie. Links van de weg ligt een fietser in een vreemde houding voorover in de berm,
half onder zijn fiets. De "deskundigen" onder ons constateren, dat hij al niet meer in leven is en
dat hij er ook al even heeft gelegen, waarschijnlijk een hartstilstand. Snel 112 gebeld en politie
en ambulance zijn al onderweg. Eén van de volgauto's en Joop Atsma, die vandaag meefietst, blijven
achter. De rest van de groep vervolgt zijn weg, toch wel wat in een bedrukte stemming.
Bij Gieten op het parkeerterrein van een grote bouwmarkt de volgende pauze. De bouillon is heerlijk
en weer een paar krentenbolletjes soldaat gemaakt; we hebben de komende weken nog een heel eind
voor de boeg. Als toetje een bakje melk met cornflakes. Nog een muslireep en we kunnen weer verder.
Bij Drouwenerzand is het compleet kermis. Het is er een drukte van jewelste van dagjesmensen met
hun kinderen.
Door Borger naar Buinen. Daar steken we de Hondsrug over - we zullen ze deze reis wel hoger krijgen -
richting Nieuw Buinen. Voor Nieuw Buinen slaan we af en fietsen door Buinerveen. We zijn nu echt
in de veenkoloniën, weer een heel ander landschap.
In 2e Exloërmond staat Emmen al op de wegwijzer. Valtermond en Weerdinge door en na 150 kilometer,
midden in Emmen onze eerste camping naast het zwembad. Op een grasveldje de tentjes opgezet. De
grote tent wordt voor het eerst opgezet, dat is een heel karwei. Bennie heeft kennelijk een paar
nieuwe klompen gekocht, speciaal voor deze tocht.
Na een lekkere douche het avondeten: soep, boerenkool met worst en een heerlijk toetje. Dat smaakt
uitstekend! De kant-en-klaarmaaltijden zijn in de meegebrachte oven verhit. De generator maakt
nogal wat lawaai.
Mijn badslippers zijn "nôch", alle twee de banden scheuren gewoon van de zolen af. Ik heb ze ook in
tien jaar niet gebruikt, schat ik. In Duitsland maar een paar nieuwe kopen.
Emmen - Rieste, afstand: 150 km.
Vanmorgen kwart over zes, nog vóór het wekkertje was afgegaan, er al uit. Rondom zijn ze al
druk in de weer. Vannacht heel lekker gelegen en ook nog aardig geslapen. Snel aankleden en naar
het washok om te scheren en te wassen. Dan de boel inpakken en de tent afgebroken. Het tentzeil
is nog kleddernat maar het afbreken gaat lekker vlot. Met elkaar rond de tafel voor het ontbijt
en dan snel de grote tent helpen afbreken. Kwart over acht fietsen we van de camping af toegejuicht
door de overige campinggasten, die wel erg vroeg gewekt zijn op deze stille zondagmorgen.
Langs Barger-Compascuum en dan bij Zwartemeer de Duitse grens over. Er zijn hier uitgestrekte
veengebieden waar op grote schaal turfstrooisel wordt gewonnen. Bij Shöningsdorf een paar keer
de verkeerde richting ingeslagen maar na uitgebreid gedelibereer binnen de begeleiding komen we
weer op de goede weg. Het is prachtig weer, de zon schijnt volop maar het is nog wel fris.
In Grosz Hesepe onze eerste pauze. Het jack, de mouwtjes en de pijpen kunnen nu in de auto.
Uitgestrekte maïsvelden en die typische donkere Duitse huizen. Overal onderweg mensen langs de
weg, die vol verwondering een konvooi met een vaartje van 30 kilometer per uur voorbij zien fietsen.
Voorop de auto met Mindert en Lammert, die de route aangeven. Dan de groep van 17 kleurige fietsers
met daarachter Tsjibbe in de materiaalwagen. Mindert zit met Wobbe in de bagagewagen. Dan volgen
Cor S. en Lieuwkje in de voedingswagen gevolgd door Roel en Freerkje in de koelauto. Johannes
met Tine sluiten met de vrachtauto de stoet.
Door Stadt Meppen en Haselünne verder in oostelijke richting. We passeren verscheidene keren
het riviertje de Hase. Na 112 kilometer, bij de tweede stop, staat een vakwerkschuur rijk versierd
met bijbelspreuken. We zitten al in het natuurgebied van het Teutoburger Woud. De glooiingen
zijn hier nog vriendelijk.
Boukje, onze "peletonscommandant" geeft de leiding over aan één van de ploeggenoten. Zij vindt
het wel lekker ook mee te draaien met de carrousel. De lucht betrekt nu en zo nu en dan vallen
er een paar spatjes. Bij het laatste deel van de tocht gaat het zacht regenen en het jack kan
weer aan.
Bij Alfhausen ligt een groot meer. Hier is ook de camping Alfsee Ferien- und Erholungspark. De
tentjes weer opgezet en de grote tent staat nu al heel wat vlotter. Er is een winkeltje waar
in het magazijn een paar slippers voor mij worden opgedoken. Het beerenburgje smaakt uitstekend
......
's Avonds met thuis gebeld, het is per slot van rekening ook moederdag. Harriët is er ook.
Rieste - Elbrinxen, afstand: 182 km.
Een pittige tocht vandaag, maar door een prachtig gebied. Vanmorgen om tien over acht zitten
we alweer op de fiets. De tent was nog kletsnat. Nu maar hopen, dat 't op de volgende camping
lekker droogt.
De eerste route gaat door een ontginningsgebied, eindeloze rechte wegen door een grootschalig
vlak gebied met onafzienbare maïspercelen.
Zo'n 25 kilometer verder gaat het flink heuvelen. Sommige klimmetjes zijn behoorlijk pittig.
De omgeving is hier schitterend. Het koolzaad staat volop in bloei, in het glooiend landschap
een prachtig groen en geel mozaïek.
Vlak voor Astrup hebben we onze eerste stop. Het is nog steeds bewolkt en niet warm. Alle kleren
blijven dus aan en tijdens de pauze kan de fleesejas zelfs aan.
Bij Bielefeld missen we de goede weg. De toegangsweg naar het centrum is vol verkeer. Via een
alternatieve route door de buitenwijken komen we weer op de goede weg.
Om halféén heeft Karst contact met Omrop Fryslân om zijn eerste reisverslag door te geven. Zo
kan het thuisfront regelmatig onze ervaringen op de Karst eigen wijze meebeleven. Inmiddels is
de zon doorgebroken. We vervolgen onze weg in korte (fiets)broek en met blote armen, heerlijk.
Het landschap blijft schitterend. Maar ook de hellingen worden steeds "mooier". We kunnen vandaag
onze energie wel op! Op zo'n 135 kilometer lassen we nogmaals een pauze in. Dat is een welkome
onderbreking. We hebben "it ein yn 'e bek" als we tegen vijven de camping Eichwald bij Elbrinxen
opfietsen.
Een prachtig grasveldje om onze tenten op te zetten. De douche is verrukkelijk en de andijvie
met gehaktbal valt er prima in. Ik was al mijn fietskleren op 30 graden in de wasmachine en daarna
in de droger. Dat valt Truida vast niet tegen.
Elbrinxen - Dransfeld, afstand: 182 km.
Gisteravond verscheen Gerard Vroon op de camping, één van de twee politiemensen die de route
hebben uitgezet. Hij rijdt vandaag voorop en Piebe zal vandaag de tocht filmen.
Het is weer zwaar bewolkt als we vertrekken. Hopelijk klaart het weer vandaag weer op. Gelukkig
heb ik van Lieuwkje een pet gekregen met "het Zwitserleven gevoel". Dat scheelt als het regent.
We zijn nog maar nauwelijks op weg of de eerste pittige klim dient zich al aan. "Veel bochten
met dalen en zwaar klimmen", staat er in de routebeschrijving. "Het hoeft niet, het is vrijwillig",
zal Gerard wel zeggen.
Na 20 kilometer dalen we af naar de Wezer en rijden regelrecht de pont op. Weer eens een andere
wijze om vooruit te komen. Er staat een sterke stroom in de rivier die de veerpont naar de andere
oever duwt als de slinger van een klok.
Aan de overkant volgen we een heel eind de Wezer en fietsen dan dwars door Stadt Holzminden.
We volgen nog steeds in grote lijnen de rivier maar als de Wezer een grote bocht maakt snijden
wij een stuk af. Dat betekent wel een pittige klim en gelukkig een weldadige afdaling.
In Lauenforde hebben we onze eerste pauze in een parkje met een fontein voor een historisch
vakwerkgebouw. Na Bad Karlshafen volgt een schitterende route door het Staatsforst. We vinden
nu een klim van 10% over meer dan een kilometer op onze weg. Dan volgt de beloning in de vorm
van een schitterende geleidelijke afdaling. Op een gegeven moment heb ik meer dan 70 km/uur op
mijn klokje te staan.
We volgen nu weer de Weser. We zijn hier niet zo ver van Göttingen. Als we Hannoversch Münden
bijna door zijn hebben we middagpauze op het parkeerterrein bij de Aldi. Inmiddels is de zon
doorgebroken, de benen en armen kunnen weer bijkleuren. Echter, als we bijna willen vertrekken
komt er een dreigende lucht opzetten en het onweert in de verte. Gelukkig drijft de bui over al
wordt het wel weer een stuk frisser.
De route buigt nu af in oostelijke richting. In Jühnde gaat het richting Dransfeld en na 124
kilometer hebben we het laatste klimmetje naar de camping "Am Hohen Hagen". Een prachtige rit
vandaag door een schitterend afwisselend landschap opgefleurd met helgele heerlijk geurende
koolzaadvelden.
Het menu vermeldt vanavond groentesoep, nassi met kip en pindasaus en bruine en gele vla na.
Twee plaatselijke kranten vinden de reis zo interessant dat ze een verhaaltje met foto komen
halen.
Dransfeld - Weissensee, afstand: 156 km.
Het is fris vanmorgen, nog geen 10 graden. Maar de tent is lekker droog, dat pakt een stuk
plezieriger in. Wobbe is vandaag jarig. Tsjibbe en Baukje hebben een mooie krans voor hem gemaakt.
Om acht uur nog een keer op de foto voor het bord van de camping. De eigenaar zal hier nog jaren
over vertellen.
Vanaf de camping tot Jühnde dezelfde route terug. Gerard rijdt nog voorop. Gelukkig maar want
de eerste de beste afslag rijdt onze tourkapitein rechtdoor. Hoe komt dat straks door
Budapest?
Het is weer een prachtige omgeving, heerlijk glooiend en de appelbomen staan nog volop in bloei.
Het belooft een rijke oogst te worden net als bij ons op "Op Halfweg". Al na 43 kilometer hebben
we onze eerste rust. Daar hadden we nog niet op gerekend maar even pauze is best welkom.
In Bodenrode rent plotseling een klein keffertje de straat over, dwars door het peleton. Het
gaat gelukkig net goed!
Het landschap wordt nu weidser en de weg gaat prettig op en neer. De ploeg heeft er duidelijk
zin in. Vooral naar beneden zijn er een paar niet meer te houden. De kunst is op het grote blad
zoveel vaart te maken dat je in dezelfde versnelling de volgende helling net kunt halen.
Het verband is nu wel uit de ploeg. Als we even stil staan schiet Baukje uit de slof: "Het lijkt
nergens op, zo komen we nooit met elkaar in Roemenië". We zijn er stil van……..
We zitten nu kennelijk in de voormalige DDR. Grootschalige landbouw met onafzienbare koolzaadvelden.
In sommige dorpen gigantische graansilo's. Ook de huizen zijn vaak de bekende woonkazernes en ergens
zie ik een straatnaambordje: "Strasze des Aufbaus". Vaak is de route door een dorpje geplaveid met
rammelkeien. De kasseien in België zijn er nog vriendelijk bij. Elke keer valt het weer mee, dat
alles nog aan de fiets zit.
Op de verkiezingsposters voor de Europese verkiezingen lacht het portret van ene Cornelia ons toe.
Guitig maar toch met iets van bestraffends in haar blik alsof ze wil zeggen: "Je komt toch ook
stemmen? En dan stem je natuurlijk wel op mij!"
In Dachriden de middagpauze en dan op voor het laatste traject vandaag. Het is nog steeds frisjes.
Een groot deel van de route gaat hier over kaarsrechte wegen omzoomd door appelbomen en kastanjes.
De glooiingen worden geleidelijker met vriendelijke hellingen.
Na 156 kilometer zijn we in Weissensee, 10 kilometer langer dan onze routebeschrijving aangaf. De
oorzaak lag bij een wegomlegging onderweg. De camping is duidelijk enkele klassen eenvoudiger;
wel gordijntjes voor de douches en het water is lekker warm. De pot schaft vandaag spaghetti met
tomatensaus, prima eten voor een fietser. 's Avonds hebben we kampvuur.
Weissensee - Weida, afstand: 143 km.
Gisteravond nog het stadje Weissensee in geweest. Aan de korte kant van een leuk plein de poort
van Slosz Runneburg. Afgezien van de ommuring en een enkel historisch gebouw niet zoveel te zien.
Behalve een intrigerend gigantisch groot werktuig waarmee men in oude tijden als met een soort
katapult grote stenen kogels over de vestingmuur op de burcht gooide. Heden ten dage wordt het
apparaat nog enkele keren per jaar op hoogtijdagen gedemonstreerd, "Steinschleuderschieszen" noemt
men dat. Volgens de kastelein van het restaurantje, waar we ons zo'n grote pul bier lekker laten
smaken, wordt het stenen projectiel meer dan 250 meter weg geslingerd. Soms wordt 's avonds een
vuurwerkkogel gebruikt voor de voorstelling. Dat geeft een spectaculair gezicht.
We fietsen nu in Thüringen. We zitten al een stuk zuidelijker. Op een helling worden hier zelfs
druiven geteeld.
De klimmetjes worden weer een stuk pittiger en gedeelten van de route loopt door bosrijk
gebied. Je ziet hier nog geregeld een Trabantje rijden. Het plaveisel door de meeste dorpjes is
één lange rammelstrook. Je bent blij, dat je een putdeksel op je pad ziet: een halve meter lekker
vlak ………
We laten Weimar rechts liggen en na Bad Sulza belanden we in Groszheringen via een omleiding op een nauwelijks begaanbaar landweggetje, dat ook nog eens over een forse heuvel voert. Het vergt nogal wat stuurmanskunst om de ergste gaten en de dikste keien te omzeilen. Het is ons een raadsel hoe Johannes erin slaagt met zijn vrachtauto boven te komen. Teake moet van zijn fiets vanwege een kapotte band. Als we weer op een asfaltweg uitkomen heeft de hele groep een gevoel van: "Dat hebben we 'm toch maar even geflikt!" en prompt is de stemming bijna uitgelaten.
Vlak voor Bad Klosterlausnitz is onze middagpauze gepland. Ter plaatse staat een tent waar
worst wordt verkocht, dus het hele gezelschap aan de Thüringer Rostbratwurst. Wat zullen
we nu kunnen fietsen!
Na het dorpje Lederhose staat het bordje: Weida 9 km. Dat geeft de fietser vleugeltjes. Op
Campingplatz Weida aan het stuwmeer van de Aumatalsperre zetten we voor de vijfde keer ons tentje
op. De buurvrouw in de stacaravan naast me informeert geïnteresseerd naar waar we vandaan komen.
"Oh, ganz von Holland, wie tol!", is de reactie. Volgens haar wordt het volgende week weer mooi
weer …………
Vrijdag, 14 mei
Weida, rustdag.
Vanmorgen lekker uitgeslapen. Gisteravond hebben we onder aanvoering van Karst met het hele
gezelschap gezellig in een recreatiezaaltje op de camping het hele Friese, Nederlandse en Engelse
repertoire doorgenomen. Zelfs een Roemeens liedje klinkt al niet slecht.
Na het ontbijt alle kleren gewassen en op de lijn gehangen. Het lijkt niet op regen dus ik laat
de boel maar mooi hangen.
Lopend naar Weida, een aardig Oostduits stadje met een burcht, die hoog boven de stad
uittorent. De 800 jaren oude Osterburg heeft de hoogste burchttoren van Duitsland. Ik heb ze
niet geteld maar de nauwe wenteltrap telt heel wat treden voor je helemaal boven bent. De klim
naar boven wordt beloond met een fantastisch uitzicht op het stadje met zijn omgeving.
In een Italiaans aandoend restaurant eten we een pizza - ein grosze pizza Toscana - en een
"chocobecher" na. Zo kunnen we er wel weer tegen.
Terug op de camping lees ik in het reishandboek over Roemenië van Boukje, dat Roemenië zo'n 22,5
miljoen inwoners telt in een land dat 5,6 x zo groot dan Nederland is.
Er zijn ongeveer 2 miljoen zigeuners, de Roma, die eeuwen geleden uit Noordwest India na veel
omzwervingen in deze contreien neergestreken zijn. In weerwil van het ingesleten beeld leven
zigeuners over het algemeen een seditair bestaan. In de dorpen werken ze als leerbewerker,
kopersmid of paardenhandelaar. In de steden echter kunnen de Roma zich alleen staande houden
met ongeregelde handel, diefstal, prostitutie en bedelarij. Hun bestaan is onder Ceausescu altijd
ontkend maar nu komen de "kinderen van de wind" op voor hun grondwettelijke rechten en dat maakt
hen bij de Roemenen nog minder geliefd dan ze al waren.
Ook de Hongaarse minderheid heeft het moeilijk. Met 1,8 miljoen is zij in grootte de derde etnische
bevolkingsgroep. Verdacht van de heimelijke wens tot aansluiting bij Hongarije , roept ook deze
minderheid zowel politiek als maatschappelijk veel weerstand op bij de Roemenen. Transsylvanië
in noordwest Roemenië wordt voor bijna een kwart door Roemenen van Hongaarse afkomst bewoond.
Sinds de val van dictator Ceausescu in december 1989 is Roemenië een presidentiële democratie.
Het staatshoofd wordt rechtstreeks gekozen en hij mag geen lid zijn van een politieke partij.
Roemenië kent een gematigd continentaal klimaat. Het weer in het noorden en het noordoosten wordt
bepaald door hetgeen zich meteorologisch afspeelt op de onafzienbare Russische Laagvlakte. De
natste maanden zijn mei en juni ………
's Avonds is er beraad met de leiding. Er blijkt nogal wat onvrede te bestaan. Lammert voelt
zich hoogst ongelukkig als gids. Besloten wordt morgen in een andere formatie te rijden.
Als ik 's avonds met thuis bel krijg ik op mijn kop: "We moeten beter naar Boukje luisteren!"
Karst heeft voor de radio kennelijk verteld van de donderpreek eergisteren .
Zaterdag, 15 mei
Weida - Geyer, afstand: 146 km.
Vandaag is een dag van tegenslagen. Het begint goed: mooi weer met zonneschijn hoewel de
temperatuur nog niet overhoudt. Voor achten staan we al gereed voor vertrek. Meteen bij de
camping hebben we een gemeen klimmetje.Dan ben je meteen klaarwakker.
Boven aangekomen krijgen we van Boukje en Lammert de laatste instructies. Zoals gisteravond
afgesproken rijden er nu twee auto's voorop: Wobbe en Tsjibbe verkennen de weg. Mindert en Lammert
bemannen de tourleidersauto voor de groep. Na de ploeg komt Piebe met de materiaalwagen en Cor
S. en Lieuwkje met de voedingswagen sluiten nu de rij. De koelauto en de vrachtwagen zien we
alleen op de rustplaatsen en na de tweede pause gaan ze alvast vooruit naar de camping. Gelukkig
werkt de luidspreker nog steeds niet anders was de hele camping op zaterdagmorgen om acht uur
al wakker geweest.
Al na één kilometer hebben we alweer een vervelende klim, een scherpe afdaling en nog eens een
behoorlijke helling. In het dorpje daarboven blijkt, dat we de verkeerde afslag hebben genomen.
Dat betekent het hele stuk weer terug: een afdaling, een gemeen stuk klimmen en nog een afdaling
en we zijn weer op de goede weg.
De route is weer prachtig: afwisselend grootschalige akkerbouwgebieden en uitgestrekte bossen.
Na 36 kilometer komen we in Greiz. Een grote stad met verschillende omleidingen. We zijn nog
één keer de weg kwijt maar na een paar keer vragen zitten we weer op de goede weg. Aan het begin
van het eerste dorpje hebben we pauze. We worden weer uitgebreid onthaald. Karst vertelt op omrop
Fryslân hoe dat gaat. Lieuwkje: "Moast noch in banaantsje, leave?" Het smaakt allemaal even lekker,
ik wed, dat ik kilo's aankom.
Als we weer op weg gaan loopt mijn achterwiel aan. Ik laat me afzakken en Ype constateert een
kapotte spaak. De snelste oplossing is te wisselen met het achterwiel van de reservefiets van
Boukje. Dan samen bij Piebe in de materiaalwagen achter de groep aan. Je staat versteld van de
afstand die de karavaan inmiddels alweer heeft afgelegd. Wij worden weer keurig een eind voor
de passerende groep uitgeladen en kunnen meteen weer aan de staart van de groep aansluiten.
Inmiddels is het landschap behoorlijk veranderd. We naderen nu het Ertsgebergte en dat kun je
merken aan telkens weer een lange klim en lekkere afdalingen. De vlakke stukjes weg zijn nu
even op.
Na een omleiding in Sosa komen we op een schitterende bosweg richting Jagershaus. Plotseling
wordt de doorgang versperd door een slagboom. Goede raad is duur. De fietsers krijgen het koud
en fietsen al door. Het lijkt mij nuttig een kaart en routebeschrijving mee te nemen en spreek
met Wobbe af waar we elkaar in Schwartzenberg weer treffen. Na een afwisselend dalend en stijgend
bosweggetje komen we plotseling op een voorrangsweg die niet op de kaart te lokaliseren is. Dus
even gevraagd, Schwartzenberg is links af en "immer gerade aus". Het eerste plaatsnaambord vermeldt
zoiets als Jacob Georg Neustad. Dat komt op onze route helemaal niet voor. Het volgende dorpje biedt
uitkomst, we zijn in het bos in zuidelijke richting gefietst terwijl de route in oostelijke richting
liep. We hadden helemaal niet bij die slagboom moeten zijn.
Dat betekent zo'n 15 extra kilometers. Gelukkig is de weg goed en loopt hij vlak langs een riviertje
en een spoorbaan, dat betekent eindelijk weer een redelijk vlakke weg. In Schwartzenberg fietsen
we naar het afgesproken punt en gelukkig zien we daar één van de volgauto's staan. We waren zolang
weggebleven, dat de andere auto's in verschillende richting zijn gaan zoeken. Via de mobiele
telefoon wordt iedereen weer opgetrommeld.
Inmiddels is het ook weer gaan regenen en je wordt echt koud op de fiets. De laatste 23 kilometer
naar de camping voorbij Geyer wordt dan ook in hoofdzaak zwijgend afgelegd.
Snel het tentje opgezet maar toch wordt alles nat en vies. Ik heb bewondering voor de ploeg, die
eerst in de regen de grote tent opzet. Gelukkig hadden de kwartiermakers alles al mooi uitgelegd
zodat de tent in recordtijd is opgebouwd.
Een Jägermeister om de boel van binnen op te warmen en een hete douche voor de buitenkant doen
vervolgens wonderen.
Zondag, 16 mei
Geyer - Zvikovec, afstand: 150 km.
Het heeft vannacht tot een uur of vier geregend. Gelukkig is het in de morgen droog geworden
maar de lucht is nog behoorlijk dreigend. Het goede bericht van de campingbeheerder is dat het
volgens de weerberichten 's middags zal opklaren. Het inpakken is een mistroostige zaak, alles
is vies en nat.
Als we van start gaan is het nog erg koud. Ik heb mijn plastic regenjasje ook nog maar over mijn
jack aangetrokken. Op weg naar de grens met Tsjechië komen we nog een aantal stevige hellingen
tegen. Vooral na Steinbach, als we de grens naderen, klimt het behoorlijk over meer dan 2,5 kilometer.
Bij Reitzenhain passeren we de grens. De paspoorten van de fietsers waren vanmorgen verzameld
en met namen en nummers op een lijst genoteerd. Er wordt even naar gekeken en dan wordt de hele
stoet doorgewuifd.
Direct na de grens meteen weer flink omhoog. Ik had altijd gedacht, dat ze de grens altijd op
het hoogste punt legden. Aan het eind van de klim een groot parkeerterrein met allemaal provisorische
winkeltjes. Het verschil met Duitsland is wel heel frappant! Het is inmiddels ook weer gaan regenen.
Zo'n 10 kilometer Tsjechië in een afdaling met haarspeldbochten en dan een klim van 14%! De beloning
is echter vorstelijk met een schitterende kilometers lange afdaling. Dat maakt het leven van een
fietser de moeite waard.
In Vysluni hebben we de eerste stop. In een bushokje kunnen we schuilen voor de regen, een armoedige
boel. Bij Kadan hebben we het Ertzgebergte achter ons gelaten. Het landschap wordt nu glooiend
met weidse vergezichten. Op een gegeven moment fietsen we tussen uitgestrekte hopvelden. De jonge
aanplant staat er nietig bij in verhouding tot het reusachtig raamwerk erboven.
Op een parkeerterrein voor vrachtauto's is onze tweede pauze. De zon schijnt inmiddels weldadig.
Je kunt het water uit de fietsschoenen gieten.
Met lekkere afdalingen en doenbare klimmetjes schiet het nu lekker op. Onderweg wordt onze weg
versperd door een wielerwedstrijd. Zij hoeven maar één dag te koersen. Na een afdaling van 8%
met scherpe bochten rijden we tot onze verrassing het terrein van de camping al op.
De zon schijnt nog steeds volop en geholpen door een lekker windje zijn alle spulletjes in een
mum weer droog. We staan aan een riviertje met een stuw, hopelijk kunnen we door het geluid van
stromend water lekker slapen. Uit ervaring weet ik dat je er ook hoge nood van kunt krijgen.
Elke dag spoel ik nu mijn fietskleren grondig uit. Sieds heeft het lumineuze idee gehad een oude
centrifuge in de vrachtauto te laden. Dat apparaat doet "fertuten"! De was komt er zo droog uit,
dat je je kleren bijna meteen weer aan kunt trekken. De andere ochtend zijn ze in ieder geval
weer droog en fris.
Maandag, 17 mei
Zvikovec - Tábor, afstand: 128 km.
Vandaag een lekkere fietsdag. Een prachtig landschap, de route niet te lang en niet te zwaar
en prima fietsweer. Ik raak inmiddels aardig gewend aan het dagritme en ook het lichaam raakt er
aardig op ingesteld. Nadat we over een viaduct over de vierbaansweg van de grens naar Praag zijn
gefietst houden we onze eerste rust aan een zijweggetje met uitbundig bloeiende seringenbomen.
Bijna aan het eind van het traject van vandaag een schitterende lange afdaling, 8% en mooi rechtuit.
Ik laat mij lekker gaan, de handen in de beugels en de beide wijsvingers aan de remmen. Zo heb
je de fiets lekker onder controle. En vlak voor Tábor even voluit in een sprintje heuvelop.V
We zijn mooi op tijd op de camping. De toiletten zijn nog op slot en de warmwatervoorziening
functioneert niet. Dat betekent onder de ijs- en ijskoude douche. Er klinkt onheilspellend
indianengehuil vanuit het douchegebouwtje. Toch maar even op de tanden bijten. Je frist er toch
lekker van op.
Er was gister afgesproken, dat we vandaag Tábor zouden bezichtigen. De camping ligt een paar
kilometer van het centrum. Met elkaar nemen we plaats achterin de vrachtauto en op een parkeerplaats
worden we uitgelaten. De voorbijgangers kijken verbaasd toe hoe een groep mannen en een vrouw in
dezelfde fleesejack uit de laadruimte tevoorschijn komen nadat de laadklep geopend is. "Zouden
het verstekelingen zijn?"
Aan de overkant van een dam, die de Jordán buiten de stad moet houden, klimmen we via trappen en
nauwe straatjes naar het oude centrum. Een leuk plein is helemaal omzoomd door historische gebouwen
en woningen met mooie gevels. Bij de VVV hebben ze een historische stadswandeling en samen met
Henk en Cor bezoek ik de belangrijkste bezienswaardigheden.
Tábor was in de vijftiende eeuw een belangrijk centrum van de Hussieten, die hier in 1420 een
versterkte militaire versterking vestigden. Later werd Tábor een keizerlijke stad onder keizer
Sigmund. Volgens het foldertje zijn de souterrains van de gebouwen met elkaar verbonden door
een 800 meter lang gangenstelsel. De musea zijn om vier uur dicht gegaan maar de wandeling door
de bochtige straatjes en over stille romantische pleintjes geeft best een leuke indruk van het
stadje. Van het kasteel Kotnov is slechts één toren bewaard gebleven.
Ook in de drukke winkelstraat zijn tal van schitterend versierde gevels. In een restaurantje
drinken we in de kelder vol harnassen en wapentuig een grote pils. Fietsen maakt dorstig.
We besluiten in restaurace Beseda aan het historische plein, naast de kerk te gaan eten. Groentesoep,
forel met gebakken aardappelen en fruitsalade en een ijssorbet na. Prima, de forel is hier
voortreffelijk. Zo'n uitstapje is toch een leuke onderbreking en dan heeft de verzorging ook
een keer vrij.
In de vrachtauto weer terug naar de camping en om half tien lig ik al op één oor.
Dinsdag, 18 mei
Tábor - Vranov, afstand: 130 km.
De tent is vanmorgen weer kletsnat van de condens. Maar er is geen keus, inpakken de handel.
Ik zit in de "afbraakploeg". Dat betekent elke ochtend de volgende routine: 06.15 uur gaat de wekker.
Slaapzak en slaapmatje oprollen, fietsbroek en -schoenen aan en dan scheren, tandenpoetsen en
het gezicht afspoelen met koud water. Dan de rest van de fietskleren aan, de tent opruimen en
de koffer inpakken. Vervolgens de tent inpakken en even over zeven ontbijt in de grote tent.
Boterhammen met koffie en een banaan na.
Ik eet soms wel vier boterhammen, met chocopasta hapt
het lekker weg. Van dat fietsen gebruik je kennelijk toch veel energie want thuis eet ik alleen
maar een appel en nu heb ik om tien uur bij de eerste pauze al weer honger. Om half acht de tent
afbreken en alle bagage in de vrachtauto. Bij het tent afbreken
heb ik een vaste taak: als al het doek is opgevouwen wip ik met een soort vork met lange steel
de metalen balken aan één kant uit de beugels waarna het frame op de grond gelegd kan worden.
Precies om acht uur staat de hele karavaan weer klaar voor vertrek.
Vandaag alweer een pracht van een fietsdag. Hoe verder we in Tsjechië naar het zuidoosten afzakken
hoe vlakker het landschap wordt. In vergelijking met Friesland blijft het uiteraard aardig heuvelachtig,
een beetje net als in Zuid-Limburg.
Mijn fiets houdt zich prima. Afgezien van die kapotte spaak en het zadel, dat wat los getrild
was heb ik totaal geen problemen. De fietsen hebben trouwens heel wat te houden. Vooral bij een
slecht stuk weg en ook bij het klimmen wordt er nogal wat kracht op uitgeoefend. Ype, onze mecanicien
heeft het er regelmatig maar druk mee. Ik heb overigens niet de indruk, dat hij er echt een hekel
aan heeft. Elk vrij moment zoekt hij weer een karretje op waar hij weer iets aan kan verhelpen.
Mijn fietsgenoten vinden mijn meer dan 20 jaar oude racefiets niet meer van deze tijd. Loodzwaar
in vergelijking met hun aluminium hoogstandjes met de nodige carbon onderdelen. En mijn versnelling
met de twee versnellinghandeltjes op de framebuis is ook hopeloos verouderd. Tegenwoordig hebben
alle fietsen twee klikhendeltjes op het stuur. Maar er zijn van die dure karretjes die veel moeilijker
schakelen dan de mijne. En zij moeten net zo goed trappen om bij de helling op te komen als ik.
Ook lichamelijk heb ik niets te klagen. Helemaal geen last van spierpijn. Wobbe, onze fysiotherapeut
kan aan mij niks verdienen. en ook mijn zitvlak houdt zich uitstekend. Sommigen smeren heel wat
af op een dag. Zij zweren bij hun eigen smeersel. André heeft een hele bus uiervaseline meegenomen.
In Vranov belanden we op een camping temidden van restaurants en vakantiebungalows. Er wordt overal
nog druk gewerkt om alles klaar te maken voor het toeristenseizoen. De camping is mooi gelegen aan
een groot stuwmeer, niet eens zover van de Oostenrijkse grens. Een schitterende hangbrug, werkelijk
een waar kunstwerk, leidt naar nog meer restaurants. Er wordt hier kennelijk op nogal wat euro's
van de Oostenrijkers gerekend.
Op onze camping is niemand aanwezig. Telefonisch wordt de campinghouder opgetrommeld. Dan blijkt,
dat de camping 1 juni pas open gaat. Ze hadden al bij herhaling geprobeerd contact te krijgen met
de beheerder maar steeds geen gehoor gekregen. Na uitvoerig overleg is de beheerder bereid één
toiletgebouw open te stellen en een monteur te laten komen om de douches klaar te laten maken.
Het enige nadeel is dat ons terrein erg ongelijk is met nogal wat kuilen.
Woensdag, 19 mei
Vranov - Petronell Carnuntum, afstand: 189 km.
Vanmorgen, als de wekker gaat is het al direct lekker weer. Voor de verandering zijn de tafeltjes
en klapstoeltjes buiten gezet voor ons ontbijt. Lammert Everts vertelt dat de voor vrijdag geplande
rustdag verschoven wordt naar later in Roemenië. Lieuwkje, bedrijvig als altijd, loopt naar de
auto om wat op te halen en "knak!" ………… jammerend valt ze op de grond. Haar ene been vertoont
een vreemde knik; het onderbeen is gebroken.
Grote consternatie. Met een stoelpoot leggen Wobbe en Cor een provisorische spalk aan. De ANWB-
alarmcentrale geeft aan: bel de ambulance en dan naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Binnen
20 minuten is de ambulance ter plaatse, het been wordt met behulp van een luchtspalk gestabiliseerd
en Lieuwkje wordt op een brancard in de ambulance geschoven. Mindert en Lammert rijden er in de
Opel achteraan.
Wij gaan door met onze tentjes af te breken en vervolgen de normale ochtendroutine. We zullen toch
wel verder moeten. Ruim acht uur zitten we alweer op de fiets, voor het eerst meteen zonder arm-
en beenstukken. Tsjibbe en Wobbe rijden nu alleen voorop.
De stemming is in eerste instantie duidelijk bedrukt. Hopelijk valt de beenfractuur mee. Het is
voor Lieuwkje en Lammert wel heel erg sneu, ze hadden zich zo op deze tocht verheugd.
De route wordt nu aanmerkelijk vriendelijker: licht glooiend, prima wegdek en de wind in de rug.
De gang zit er behoorlijk in en voor we er erg in hebben zijn we al bij de eerste rust.
De grensovergang bij Laa a/d Thaa verloopt voorspoedig en in Oostenrijk fietsen we vlot door.
In Prinzendorf an der Zaya houden we pauze op het dorpspleintje tegenover een kapsalon. Van de
eigenaresse mogen we allemaal van haar toilet gebruik maken.
Het wordt steeds weidser en een stevige wind in de rug voert het tempo aardig op. Het fietsen
gaat me hier gemakkelijk af, ook als het mijn beurt is om op kop te rijden. Overigens mag ik ook
niet ontevreden zijn over de afgelopen dagen met meer op en neer. Met een stevige aanloop zijn
de meeste klimmetjes in een redelijk groot verzet te nemen. Dat kost aanmerkelijk minder inspanning
dan wanneer je de hele helling met klein verzet op moet zwoegen. Ik sta soms zelf verbaasd over de
kracht in mijn benen.
Ook hier in Oostenrijk heeft elk dorp en elke stad zijn meiboom staan, een gigantisch hoge, kaarsrechte
naaldboom met alleen in het topje nog wat takken en verder een glad gemaakte stam. Soms, zoals
hier in Petronell Carnantum is de boom nog versierd met een krans rond de stam.
Nadat er in Weikendorf nog een derde pauze is ingelast - je staat er echt versteld van wat je
elke keer weer naar binnen slaat - rijden we vlak voor Hainsburg over een prachtige brug de Donau
over. Het kaarsrecht fietspad over de dijk langs de uiterwaarden geeft een schok van herkenning.
Zomer 1994 zijn Truida en ik hier langs gefietst op onze tocht van Budapest naar huis.
Na de Donau slaan we rechts af, door Bad Deutsch Altenburg fietsen we naar Petronell Carnantum
waar naast de tennishal een veldje is ingericht om onze tentjes op te zetten.
Donderdag, 20 mei
Petronell Carnuntum - Komárom, afstand: 150 km.
Vandaag gaat de route door de Donauvlakte. Het grote voordeel is dat de wegen lekker vlak zijn.
Het nadeel is, dat er aan het landschap niet veel te beleven valt.
In Nickelsdorf passeren we de grens Oostenrijk - Hongarije. We wagen het erop en kiezen als karavaan
voor de grensovergang voor het lokale verkeer. Officieel mogen alleen fietsers en buurtbewoners
van deze overgang gebruik maken. Het andere verkeer moet gebruik maken van de overgang verderop
op de vierbaansweg. Een vriendelijke vrouwelijke douanebeambte zet de regeltjes opzij en laat
ons door nadat ze zich van het doel van onze tocht verzekerd heeft. De vrachtauto kan maar nauwelijks
onder de slagboom door.
In Györ hebben we middagpauze op een grasveld naast de universiteit. Vooral de vrouwelijke studentes
ontlokken heel wat commentaar. Dat heb je met mannen, die lang van huis zijn. Het is wat moeilijk
Györ weer uit te komen. Dan volgt een eentonige rit, nu eens over een erg slechte weg en dan weer
over een weg met veel autoverkeer. En het is erg warm vandaag.
Ik heb vandaag mijn dag niet, trouwens ook bij de anderen is de animo om op kop te fietsen niet
bijster groot. Ik ben blij, dat we in Komárom op de camping zijn. De camping ligt naast een Kurort
en daardoor is de camping druk bezet. Er wordt besloten de grote tent niet op te zetten. In het
overdekte zembad nog een paar baantjes getrokken, lekker verfrissend.
Er is telefonisch contact geweest met het thuisfront. Nadat in het Tsjechisch ziekenhuis het
been van Lieuwkje in gips was verpakt zijn ze met z'n drieën in één ruk naar Friesland terug
gereden. Lieuwkje had veel pijn. In Dokkum zal nu verder gekeken worden naar de fractuur.
's Avonds nog even het dorp in en uiteraard een blik op de Donau geworpen, de zon gaat net onder.
Aan de overkant ligt Slovenië.
Vrijdag, 21 mei
Komárom - Jaszapati, afstand: 201 km.
Omdat de grote tent niet afgebroken hoeft te worden staan we vandaag twintig voor acht al klaar
voor vertrek. De afstand is vandaag volgens de route-informatie niet minder dan 192 kilometer
en we moeten ook nog door Budapest.
De route voert over een "rode weg" naar Budapest. Dat betekent over grote delen druk verkeer en
dat op een slechte weg. Na de eerste pauze, als we al vrij dicht bij de hoofdstad van Hongarije
komen, wordt het autoverkeer steeds drukker. Als je achterin de groep fietst hou je vaak je hart
vast of het wel goed komt. Het autoverkeer trekt zich niets aan van het fietsverkeer. Achteropkomende
vrachtauto's passeren regelmatig zonder zich wat van het tegemoetkomend verkeer aan te trekken. Op
een gegeven moment dendert een betonwagen langs de groep fietsers terwijl drie grote vrachtwagens
van de andere kant komen. Dat betekent knijpen en wringen. Gelukkig gaat alles nog net goed.
In Budapest gaan we in gesloten formatie achter Wobbe en Tsjibbe aan over de vierbaans weg en over
de grote Donaubrug. Bij een stoplicht gaat Cor onderuit doordat het wegdek spiegelglad is door een
spoor hydrauliekolie,dat uit een vrachtwagen is gelekt. Andere fietsers kunnen hem nog net ontwijken.
We rijden in één keer goed enna een uurtje rijden we Budapest alweer uit.
De route voert ons nu in oostelijke richting. Aan de kant van de weg biedt een schaars geklede dame
non-verbaal haar gunsten aan. "Daar mag je alleen maar naar kijken…….." Als we de stad al een eind
achter ons hebben gelaten fietsen we over een eindeloze vlakte, een akkerbouwgebied vrijwel zonder
bomen. Graan, maïs en zonnebloemen worden hier in hoofdzaak verbouwd. De bermen kleuren rood en
paarsblauw van de klaprozen en de lupinen. Krekels sjirpen in het gras en kikkers kwaken in de
sloot.
Na zo'n 200 kilometer op de fiets hebben we het ook wel weer gehad. Ik ben blij, dat in Jaszapati
de camping meteen vooraan in het dorp is gelegen en niet nog eens 10 kilometer verderop zoals de
routebeschrijving suggereerde.
Na uitvoerig overleg met de chef en de opperbaas krijgen we een apart veldje bij een geel
logeergebouwtje toegewezen. De tent hoeft ook nu niet opgezet te worden. Het is weer een camping
bij een thermal bad. Ook de douche ruikt naar zwavel.
Zaterdag, 22 mei
Jaszapati - Artand, afstand: 199 km.
De route voert ons vandaag nog verder oostwaarts. Het landschap wordt nog steeds leger. Lange
rechte wegen door uitgestrekte akkerbouwgebieden met een enkel groepje bomen en maar hier en daar
een boerderij. Een paar keer staat er in de ruimte een bus waarmee een grote groep mannen en
vrouwen is aangevoerd, die aan het wieden zijn. Een enkele keer passeren we restanten van de
echte poesta. Een uitgestrekte grasvlakte met midden in het veld een enkele waterput met zo'n
hefboom om water te putten. In de buurt grazen dan enkele kudden vee, die door een veehoeder
in de gaten gehouden worden.
In Hortobagy bezoeken we een zigeunermarkt. Er is van alles te koop: manden, potten, hoeden en
zwepen. Zelfs een schaakspel van houtsnijwerk is er te koop. Wel erg duur, lijkt mij. Aan de
overkant van de weg zijn verschillende families eten aan het koken in een pot boven een houtvuurtje.
Ook kan er paardgereden worden, echt een toeristische attractie dus. Verschillende mannen en
vrouwen dragen de klederdracht van de poesta.
We passeren een grote rivier, de Tisza. Het gebied is bijzonder rijk aan vogels. Vooral Cor en
Henk herkennen vele soorten: zilverreiger, kwak, bruine kiekendief en de grote kiekendief. Zelfs
de zeldzame wouwaap werd gespot.
Op de vlakte haalt de wind aardig aan. Op de trajecten voor de wind trapt het aardig aan maar bij
tegenwind is het werken geblazen. "Je raakt achter de poest van die poester over de poesta!"
De planning is bij Szentpetrszeg de tenten op te slaan. Echter de kwartiermakers melden, dat
er in de wijde omgeving van deze plaats niet een camping te bekennen is. Ook de plaatselijke
politieagent kent geen kampeerterrein. De suggestie is zo'n 15 kilometer terug te fietsen waar
we een verwijzingsbordje naar een camping hebben gezien. We besluiten toch maar twintig kilometer
verder te fietsen naar Artand, zo'n vijf kilometer voor de Roemeense grens. Op de kaart staat
daar een klein tentje.
Gelukkig hebben we nu de wind in de rug en zwijgend trapt de groep met behoorlijke vaart naar
het nieuwe einddoel van vandaag. In Artand is het even zoeken om de camping te vinden. Tsjibbe
en Wobbe slaan af om ons eerst nog het hele, langgerekte dorp te laten zien voordat ze erachter
komen dat de camping meteen vooraan in het dorp te vinden is, maar dan rechtdoor. "Dat is zeker
om het moreel van de club te testen!"
We belanden bij allervriendelijkste Hongaren met een kleine kampeergelegenheid bij hun huis. Er
is maar één toilet en één douche maar dat redt zich best. De dames mogen van het eigen sanitair
van de familie gebruik maken. Ze hebben nog nooit zoveel kampeerders tegelijk gehad. Vanavond
met Truida gebeld. Ze had de Elfstedentocht zonder noemenswaardige problemen uitgelopen.
Knap!
's Nachts blijken alle bewoners in het dorp over één of meer honden te beschikken. Die houden
elkaar - en ons! - de hele nacht wakker met hun geblaf.
Zondag, 23 mei
Artand - Floresti, afstand: 167 km.
Vanmorgen kwart over acht staan we al aan de Roemeense grens. Fietsers en volgauto's kunnen
na de passencontrôle vlot de grens over. De vrachtauto kost meer moeite. Met hulp van André,
een Roemeense Fries die ons verder zal begeleiden, lukt het toch nog vrij vlot. Om kwart over
negen vervolgen we onze weg, nu in Roemenië. De vrachtauto mag niet door Orádea; dus moeten we
de rondweg om de stad volgen. Een mistroostige, erg slechte weg vol kuilen en hobbels. Voor een
deel betonplaten, maar dat is niet veel beter. Langs de route veel vervallen verpauperde
fabriekscomplexen en langs de weg verschillende keren een auto met een lekke band of een ander
mankement.
Het eerste deel van de étappe van vandaag loopt door een open gebied met in de verte een kilometers
lange dijk. Daarachter is een kunstmatig aangelegd meer om met behulp van een waterkrachtcentrale
elektriciteit op te wekken. Verderop is de vlakte van beide kanten ingesloten door beboste heuvels.
Er is onderweg veel te zien. In veel dorpjes staat verschillende waar uitgestald te wachten op
voorbij komende kopers. In een stadje waar we door komen staan veel opvallende gebouwen met kunstig
gevormde tinnen of zinken daken.
Deze weg nummer 1 wordt druk benut door het grote internationale vrachtverkeer. Tussendoor regelmatig
een Roemeense boer met paard en wagen op weg naar zijn land. Op een zijweg staat een groep Roma's
met hun huifkarren, bespannen met twee paarden.
Na ongeveer 50 kilometer moeten we een forse heuvelrug over. Dat betekent een lange gemene klim.
Dat waren we de laatste dagen niet meer gewend. En inmiddels is het ook gaan regenen. Dat betekent
van twee kanten water: het hemelwater van boven en het spatwater van de fietser voor je van voren.
Na de klim en een tamelijk scherpe afdaling weer een gestrekte weg door een langgerekt dal.
Het begint alsmaar harder te regenen. Voor de tweede rust hebben ze een half afgebouwd hotel
gevonden. We kunnen hier in ieder geval droog staan maar doordat het vanuit alle kanten tocht
worden we nog kouder dan we al waren. Het laatste traject vandaag kent nog een paar klimmetjes
van 10% die je beenspieren doen kraken.
Als we zo'n 12 kilometer voor Cluj-Napoca de camping "El Dorado" oprijden is het gelukkig droog
geworden. De voorzieningen zien er hier uitstekend uit. Na een heerlijk hete douche en twee
beerenburgjes ziet de wereld er al weer heel wat vriendelijker uit. Maar we hebben vandaag aan
den lijve ondervonden wat de uitdrukking: "tot op het bot verkleumd" inhoudt.
Maandag, 24 mei
Rustdag
Het heeft vannacht gevroren! Als ik om een uur of acht opsta staat de rijp nog op het gras.
Lekker ontspannen wassen en aankleden en op ons gemak in het zonnetje voor de grote tent ontbijten.
Het lijkt inderdaad wel "El Dorado".
Bijna het hele gezelschap gaat met de vrachtauto naar Cluj-Napoca. Een paar vinden het te riskant
met de vrachtauto en nemen de bus. Bennie, Gatze en Rint kunnen geen dag zonder fietsen. Zij
hebben een traject van een dikke 100 kilometer in de omgeving uitgezet. Cor Sijpersma fietst
ook mee.
In Cluj eerst Roemeens geld pinnen. Voor nog geen 50 euro trek je 2 miljoen lei's uit de muur.
De koers is ongeveer 1 : 40.000. In een studentencafeetje nuttigen we koffie met heerlijke strudel.
Een groepje studenten aan het tafeltje naast ons is zeer geïnteresseerd in onze reis. Zij studeren
rechten in Cluj.
Cluj-Napoca is een levendige stad. Het straatbeeld doet westers aan. De stad heeft veel te bieden
voor de toerist. In het centrum zijn de Orthodoxe kerk en de Rooms-Katholieke
kathedraal de blikvangers. Er zijn tal van winkels en een aantal markten. De stad is gesticht
door de Romeinen, waarvan opgravingen getuigen. Een standbeeld met Romulus en Remus getuigt van
de Romeinse wortels, ook bedoeld als tegenhanger van de perioden dat de Hongaren het voor het
zeggen hadden in de stad.
De St. Michaelskerk is het bekijken zeker waard. Vooral de met rijk houtsnijwerk versierde kansel
springt in het oog. Het is een van de weinige gothische kerken in Roemenië. Er werd vooral in
de 14e en 15e eeuw aan gebouwd. De neo-gotische toren is er pas in 1859 aan gemaakt. Voor de
kerk staat een majestueus ruiterstandbeeld van de Hongaarse koning Mathias Corvin. Dat deze kerk
het middelpunt van de stad is, is een doorn in het oog van het rechtse (lees: pro-Roemeense
en anti-Hongaarse) gemeentebestuur. Om de aandacht van de kerk en het standbeeld af te leiden
zijn er jarenlange opgravingen op het kerkplein uitgevoerd, met als doel aan te tonen dat hier
vroeger een Romeinse tempel stond. Je komt de kerk binnen via een Renaissance portaal. De kerk
wordt gebruikt voor Rooms-Katholieke diensten.
Een klein stukje ten oosten van het Piata Unirii is het andere grote plein met aan de noordkant
de orthodoxe kerk. De buitenkant met de koepels doet Russisch aan en het interieur is geheel
in mozaïek uitgevoerd. Alle bezoekers knielen voor het centraal opgestelde katheder en kussen
het icoon dat daar op ligt. Het gehele ritueel maakt een devote indruk.
Eindelijk kan ik hier een Labello-stift kopen. Mijn lippen zijn helemaal gebarsten van de zon
en de wind. Ze hebben alleen maar een rode stift waardoor het lijkt alsof ik lippenstift op mijn
lippen doe.
Op een terrasje op éen van de vele binnenpleintjes bestellen we ons middagmaal: drie maal zalm.
Even later komt het meisje dat ons bedient om te vertellen dat er nog maar voor twee personen zalm
is. Cor neemt nu een andere vissoort. Ik had al in de reisgids van Baukje gelezen, dat het in de
Roemeense restaurants nog steeds eerder regel dan uitzondering is dat wat er op de kaart staat
er niet is en wat er is niet op de kaart staat. En ook het lange wachten schijnt in de Roemeense
horeca gewoon te zijn. Daarover gaan wrange grapjes. Waarom, zo luidt er één, duurt het zo lang
voor de salade wordt geserveerd? Het antwoord: In de keuken wachten ze totdat er voldoende restjes
zijn verzameld. Dan valt het in deze locatie nog best mee. De zalm is voortreffelijk en de vis
van Cor heeft een bekende smaak, maar hij weet niet wat het is.
Na de terugtocht met de vrachtauto gebruiken we met elkaar de maaltijd in het restaurant bij de
camping. En na afloop wordt er, begeleid door Karst op zijn gitaar, weer uitbundig gezongen.
Lieuwkje had nog steeds veel pijn, haar been was op twee plaatsen gebroken.
Floresti - Bistrita, afstand: 164 km.
Vanmorgen eerst de vrachtautoroute door Cluj-Napoca. Prettig is anders: druk verkeer, soms
een slecht wegdek en ook nog een paar pittige hellinkjes. Aan de westflank van Cluj ligt een
gigantische begraafplaats met een mooi uitzicht over de buitenwijken en het omringende land.
Jammer, dat ze er niet meer van kunnen genieten.
Over een drukke, maar wel mooie weg fietsen we nu richting Dej. De route loopt door een breed
dal met aan weerszijden een glooiend heuvellandschap, hier en daar met bos begroeid. Soms lopen
er koeien. Er zijn vandaag opvallend veel mensen met paard en wagen onderweg. De landbouw
stelt hier niet veel voor. Smalle percelen waar veel mensen met de hand aan het wieden zijn.
Een enkele keer zijn ze met z'n tweeën met een wiedploegje met een paard ervoor aan het wieden.
Dat zal dan wel een grote boer zijn. Maar twee of drie keer een trekker gezien en dan ook nog
van een model van tientallen jaren geleden.
Bij Dej langs de weg grote woonkazernes die een troosteloze aanblik bieden. Ook de industrie
lijkt hier langzaam weg te roesten. Na Dej wordt de weg een stuk slechter. Over de betonplaten
is een laagje asfalt aangebracht dat bij de aanzettingen is afgebrokkeld. Je moet voortdurend
je aandacht bij de weg houden om de scheuren overdwars of in de lengterichting te ontwijken.
Soms zijn de kuilen zo groot, dat er volgens Gatze welhaast een fiets in past. En dan te bedenken
dat we over de belangrijkste regionale weg fietsen. De Betonwei bij Drogeham was hier heilig bij.
Het is een wonder dat er geen ongelukken gebeuren en dat er aan het eind van de dag zelfs geen
enkel schadegeval is.
Aan de kant van de weg is de plek van een ongeval gemarkeerd met twee kruisen, een grote en een
kleine. Moeder met kind, stel je je dan voor. Het is het zoveelste herinneringsteken aan een
dodelijk ongeval onderweg. Opvallend is het grote verschil in uitvoering van de gedenktekens.
In Duitsland heb ik zelfs een in marmer gehouwen herdenkingsmonument aan zo'n ongeluk gezien.
In Tsjechië waren het meestal houten kruisen en in Hongarije en hier in Roemenië vooral ijzeren
kruisen met krullen.
De camping voorbij Bistrita is heel sober. Het kampeerveldje was diezelfde ochtend nog met de
zeis gemaaid en ze hadden nog geen gelegenheid gehad het gras op te harken. Er stond een beste
snee op! Jappie en ik besluiten samen zo'n trekkershutje te huren voor één nacht. De kosten
bedragen 250.000 lei's oftewel 7,50 euro.
We kunnen inmiddels in de verte de Karpaten al zien liggen. Benieuwd wat de dag van morgen weer
zal brengen. Trouwens de dag van vandaag heeft nog een verrassing in petto. Als we 's avonds voor
het slapen gaan nog even wat willen gaan drinken in het restaurant bij de camping blijkt deze
omgebouwd te zijn tot nachtclub. Een drietal schaars geklede dames - en zelfs die laatste prulletjes
gaan ook nog uit - geven een demonstratie paaldansen.
Bistrita - Vatra Dornei, afstand: 76 km.
Het is vandaag genieten geblazen. Een prachtige tocht door de Karpaten over de 1200 meter
hoge Pasul Tihuta. We hadden ons al vaak afgevraagd hoe deze étappe zou worden. De Karpaten
doorsnijden heel Roemenië zodat je er onmogelijk omheen kunt. Niemand had ons kunnen vertellen
hoe steil de Karpaten hier zouden zijn. Dat viel best mee. Veel lange, maar niet steile hellingen,
sommige met een stijgingspercentage van zo'n 7 à 8 %. Tussendoor ook wel vlakke stukjes en soms
weer wat naar beneden, prima te doen dus. Het valt trouwens op, dat verschillende fietsers de
afgelopen weken behoorlijk aan klimcapaciteiten hebben gewonnen.
Onderweg heb je schitterende vergezichten op de dalen beneden je en de toppen van de Muntii Culinani
in het zuiden en de Muntii Rodnei in het noorden. De hoogste toppen zijn nog bedekt met sneeuw.
Volgens de informatie leven er in de Karpaten in Roemenië nog veel wolven, lynxen en zelfs bruine
beren. Het kan zijn, dat ik te snel heb gefietst, maar ik heb niet één van deze diersoorten
gezien.
Twee kilometer voor hotel Dracula staat Wobbe: "Nog maar ruim één kilometer en je bent er!" In
werkelijkheid zijn het er ruim twee voor we boven zijn. Daar aangekomen deelt hij kranten uit
voor onder de trui en trekken we onze jasjes aan. Maar we zijn er nog lang niet. Het hoogste punt
van de pas blijkt nog kilometers verderop te liggen. Dat betekent, dat we met al die kleren aan
nog verschillende hellingen moeten beklimmen.
De afdaling is niet om echt van te genieten door het slechte wegdek. Voortdurend in de remmen en
je moet het stuur stevig omklemd houden anders slaat het je uit handen. Doordat je steeds je
ogen op de weg moet houden gaat de omgeving bijna ongezien aan ons voorbij. Weer beneden in de
bewoonde wereld aangekomen hebben we pauze op een modderig pleintje aan de weg. Een tankauto
komt hier melk verzamelen dat door de boeren op hun wagen hier naar toe wordt gebracht. Het wordt
al weer koud en nattig zodat we maar snel onze tocht hervatten.
De camping in Vatra Dornei ligt vrij hoog zodat je een mooi uitzicht hebt op het stadje. Aan de
andere kant van de bebouwing staan de liften voor de wintersporters werkloos te zijn. Fhilip heeft
contact gehad met de bus met Friezen, die ons zullen verwelkomen in Schitu Stavnic. Zij komen
vanmiddag door Vatra Dornei. Hij rijdt ze met een auto tegemoet. Even zijn vrouw dag zeggen.
Mindert blijkt ook in de bus te zitten, hij voegt zich hier weer bij de groep.
Doordat we al vroeg op de camping zijn hebben we alle tijd op verkenning te gaan. Vatra Dornei is een
leuk stadje, op het centraal pleintje drinken we op ons gemak een drankje. Aan de overkant van
de trein is een nieuwe grote orthodoxe kerk gebouwd. Vooral van binnen is dat een grote verrassing.
Een prachtige decoratie met veel sfeer en symboliek. Een vriendelijke vrouw wil ons graag van
alles vertellen, jammer dat we elkaar niet kunnen verstaan.
Vatra Dornei - Piatra Neamt, afstand: 163 km.
Deze op één na laatste fietsdag alweer een schitterende route. We dalen heel geleidelijk verder
af door het dal van het riviertje de Bistriti. De weg slalomt voortdurend, dan weer links, dan weer
rechts van het water. Aan weerszijden domineren de toppen - sommige tot meer dan 1500 meter - van
de Muntii Stanisoarei en de Muntii Bistritei de omgeving. Koeien grazen vrij in de berm langs de weg.
De melk staat in één of twee bussen langs de weg, klaar om opgehaald te worden. Soms staat er alleen
maar een emmer met een doek erover heen.
Ze zijn hier op verschillende trajecten met de weg bezig. Over grote lengten zijn slechte stroken
vrij diep uitgefreesd. Daardoor zijn er scherpe randen ontstaan zodat het oppassen geblazen is. Bij
ons zouden de uitgefreesde gedeelten direct weer met asfalt opgevuld worden, maar dat hebben ze hier
kennelijk nog niet bedacht.
Langs de weg staat een zigeunerfamilie met hun huifwagen. De vrouwen hebben net de was over de
struiken uitgespreid om te drogen. De kinderen hollen naar de weg, smekend om geld. Even verderop
staan de mannen scheldend en met gebalde vuisten de auto van Tsjibbe en Wobbe na te kijken. Later
vertellen zij, dat ze zelfs met stenen waren bekogeld omdat ze niet wilden stoppen.
Op een prachtig gelegen grasveldje langs de rivier hebben we koffiepauze. Een smalle houten hangbrug
brengt de bewoners aan de andere kant van de rivier naar de overkant. De zon schijnt vandaag weer
uitbundig.
Na Polana Largului mondt de rivier uit in het Izvorul Muntelui. Dit is een uitgestrekt, grillig
gevormd stuwmeer dat de fietser elke keer weer op een adembenemend mooi uitzicht vergast. Bij Bicaz
rijden we onderlangs de tientallen meters hoge stuwdam. Er wordt hier elektriciteit opgewekt.
Verderop moeten we weer regelmatig stevig klimmen. Met deze temperatuur betekent dat behoorlijk
transpireren. Een paar keer moeten we een spoorlijn oversteken. Dan moet je extra uitkijken omdat
de spoorstaven óf een eind boven het wegdek uitsteken of diep in het wegdek zijn weggestopt. En
als er dan ook nog grote kuilen in de overweg zitten vergt het heel wat stuurmanskunst om de rails
een beetje haaks over te steken.
In Piatra Neamt vinden we een simpele camping aan de rivier zonder douches, dat betekent alleen
even poedelen vanavond. Om eerlijk te zijn vindt ik het niet erg, dat het kamperen er bijna opzit.
Na het avondeten lopen we via een voetgangersbrug naar de overkant van het water naar de stad.
Eerst over het spoor, dan door een paar naargeestige straten met aan weerszijden van die treurige
woonblokken. We zoeken een terrasje op om wat te drinken. Mijn wodka smaakt prima.
Piatra Neamt - Schitu Stavnic!, afstand: 162 km.
Piatra Neamt blijkt een grote levendige stad te zijn. Dat hadden we gisteravond, toen we langs
die ene doorgaande weg om een biertent zochten niet kunnen bevroeden. Zoals ik al vaker in Roemenië
had gezien staan ook hier op sommige kruispunten stoplichten die in rood of groen de resterende
seconden rood c.q. groen aangeven. Dat doet wel attent aan.
Het landschap naar Roman is behoorlijk glooiend met lange zichtlijnen, zoals de lange deining op
de oceaan. Op de hellingen van de groene heuvels zijn grote vlakkere delen in gebruik als bouwland.
Deze velden zijn opgedeeld in smalle stroken, afwisselend beteeld met maïs, graan, zonnebloemen
en een enkel perceeltje aardappelen. Er wordt druk op het land gewerkt, ouderwets gezellig.
Na Roman wacht de vrachtauto ons op voor de koffiepauze. De stoelen zijn al uitgezet. Het is al
warm, de zon brandt aan een wolkenloze hemel. De eigenaar van het motel in aanbouw is kennelijk
niet blij, dat wij alvast van zijn parkeerterrein gebruik maken. Maar met een paar flesjes Dextra
van Johannes is hij weer tevreden gesteld.
Na Targu Frumos buigt de weg in oostelijke richting af. We fietsen nu door een uitgestrekte grasvlakte.
De weg heeft hier aan beide kanten een brede strook buiten de witte streep, kennelijk speciaal
zo breed gemaakt voor paard en wagen. Ook voor ons fietsers heel comfortabel. We hebben een stevige
wind tegen. Op 100 kilometer kijken we uit naar de volgende stop maar die laat nog op zich wachten.
Dan tellen die extra kilometers zwaar. Eindelijk zien we de vrachtauto aan de kant staan.
Hier en daar staan houten optrekjes voor het vee met een houten omheining in de grasvlakte. Twee
mannen zijn bezig de schapen te melken. Verderop loopt een herder met een koppel koeien. Als ik
door mijn oogharen kijk en als ik het dorpje in de verte en de spoorlijn wegdenk waan ik mij in
Mongolië.
Een eind verder is links van de weg de camping waar we vanavond onze tentjes voor de laatste keer
op zullen zetten. André en zijn vriendin voegen zich hier bij de karavaan. Nog een laatste ruk
en we zijn in Iasi. Voor de stad wacht de politie ons op om ons door het drukke stadsverkeer te
loodsen. Met een "buiksprekersgeluid" wordt de weg vrijgemaakt en zonder oponthoud fietsen we
de stad door.
Daar worden we opgewacht door Antoinette Smidts, die verschillende Nederlandse projecten in Roemenië
coördineert. Het zijn nog twintig lange kilometers naar Schitu Stavnic. Voor het dorpje wacht
ons nog een pittige klim, de laatste loodjes wegen letterlijk zwaar. Voor de laatste keer de
ketting op het kleine blad.
Nog één keer de bocht om en daar staan een heleboel mensen, vrouwen en mannen, jongens en meisjes
ons enthousiast toe te juichen. Het hele dorp is uitgelopen om ons welkom te heten. Op de traditionele
wijze worden we persoonlijk door de burgemeester verwelkomd. Elke fietser en begeleider breekt
een stuk brood af en doopt het in een schoteltje zout. Als het stuk brood is weggeslikt neem je
een teug wijn uit een grote kruik. Lekkere wijn! De hele ceremonie wordt vrolijk omlijst door
een koperorkestje, dat typische Oost-Europese muziek speelt. Het duurt niet lang of er wordt
uitbundig gedanst. Karst zit rechtstreeks in de uitzending van Omrop Fryslân zodat ze thuis ook
weten, dat we heelhuids in Schitu Stavnic aangekomen zijn.
Na een toespraak van Wopke Marra namens de Stichting - hij kan alvast 70.000 euro overhandige
voor het nieuwe project - worden we toegezongen door de schoolkinderen. Zij hebben duidelijk
heel erg hun best gedaan. Er worden zelfs een paar teksten in het Fries declameert. De kinderen
hebben hun allermooiste kleren aangetrokken. De onderwijzeres is een juf uit het boekje: kokerrok
met blouse en een knoetje in de nek.
Zodra het programma is afgelopen volgt een run op de biertap want we smachten naar wat te drinken.
De dorpsbewoners drommen om ons heen en verschillende kinderen bieden ons een bloem aan. Wij
maken nu ook kennis met de groep uit Friesland, die eerder met de bus in Schitu Stavnic was
gearriveerd. Vooral de fietsers en begeleiders, wiens vrouw met de bus was gekomen, kunnen hun
geluk niet op. In één van de lokalen wordt ons een maaltijd voorgeschoteld met een heerlijke
cake na. De juf wordt niet moe bier en wodka aan te slepen. Het is maar gelukkig, dat we straks
met de bus naar de camping worden gebracht. Ook de "busgroep" laat zich niet onbetuigd. Het is
duidelijk, dat zij het op hun reis hierheen ook heel gezellig hebben gehad.
Schitu Stavnic.
Vandaag vieren Bauke en Tine hun 40-jarig huwelijksfeest. Tijdens het ontbijt krijgen ze een
tweepersoons krans omgehangen en worden ze enthousiast toegezongen. Vanavond zijn we van plan
een feestje te bouwen om dit heugelijke feit te vieren.
We zullen vandaag nader kennis maken met Schitu Stavnic. 's Morgens worden er voor de kinderen
van de school kinderfeesten georganiseerd. Vlaggetje steken en zo. De jeugd hier is al net zo
fanatiek als bij ons. De Stichting heeft voor alle leerlingen nieuwe kleren gekocht. Glunderend
lopen ze in hun pas gekregen kleren te showen.
Met de beide tolken maken we nu een wandeling door het dorp. In 1997 is met geld van de Stichting
Garyp - Earnewâld een nieuwe school in Schitu Stavnic gerealiseerd. Het gebouw ziet er nog keurig uit,
zowel van buiten als van binnen. Aan alles is te merken, dat deze school een belangrijke functie
vervult in het dorp.
En vooral de jonge generatie zal er van profiteren. Het schijnt, dat het
verzuim na het in gebruik nemen van de nieuwe school, tot vrijwel nul is gereduceerd. Wie de
jeugd heeft heeft de toekomst! Achter de school staat nog het oude schoolgebouw, een verschil
van dag en nacht.
We bekijken een huisje waar het hele gezin van vader, moeder en drie kinderen in één kamer woont
en slaapt. De kleren hangen gewoon over een touw, dat door de kamer is gespannen. Met Friese
hulp is er een golfplaten dak opgemaakt. De "heer des huizes" laat via de tolk weten, dat hij
zich eigenlijk schaamt zo met zijn gezin te moeten leven. Ik vraag mij af of hij het in Nederland
ver zou schoppen.
Verderop wordt onze groep aangesproken door een man, die graag wil laten zien hoe hij zijn potten
draait. Op die manier probeert hij de kost voor zijn gezin bij elkaar te scharrelen. De potten
worden vooral op de markt in Iasi verkocht. Het gaat hem best handig af, in een minuut of tien
heeft hij een mooie kruik met handvat klaar. Op het erf bij zijn tuin heeft hij een lemen oven
waar de potten en kruiken worden gebakken. Voor het glazuur wordt het zuur uit oude accu's gebruikt.
Ik koop een leuke kruik voor 25.000 lei's oftewel 0,60 euro. In de woonkamer en zijn werkruimte
waar hij de draaitafel heeft staan brede bedden waar de familie op slaapt.
De weg door het dorp is onverhard met diepe karrensporen. Het is al een paar dagen droog maar je
kunt je voorstellen, dat na hevige regen de straat bijna onbegaanbaar zal zijn. De wagens die de
boeren hier in Roemenië gebruiken zijn heel eenvoudig, wél meestal met luchtbanden. Als rem draait
men van achteren eenvoudig een balk tegen de achterwielen. Heel apart is, dat alle karren tegen
het achterschot een plaat met kenteken hebben. De paarden hebben allemaal een rode kwast achter
het oog aan het hoofdstel. Zou dat dezelfde functie hebben als een oogklep bij ons zodat ze minder
snel schrikken?
Plotseling wordt de rust in het dorp wreed verstoord door schallende muziek uit luidsprekers op
een auto. Het blijkt een verkiezingskaravaan te zijn; over drie weken is de burgemeestersverkiezing.
Een boze vrouw, die ons vanaf haar erf toespreekt, heeft er geen goed woord voor over: "Nu beloven
ze allemaal de mooiste dingen maar na de verkiezing zijn ze alles ineens vergeten!"
Zij draagt een grijsgroen operatie-uniform uit een westers ziekenhuis. "Hospital property" vermeldt
de tekst op haar maag. De vrouw is weduwe. Op haar erf staat een trekker. Alleen haar broer kan er
mee omgaan. Maar die kan maar eens in de twee weken.
We wandelen verder door het dorp. De huizen beschikken niet over waterleiding. Alle water moet uit
de put naar boven worden gehaald. Het erf rond het huis wordt vaak benut om wat groenten te verbouwen.
Of de kippen scharrelen vrij op het erf rond. Soms worden er ook ganzen en kalkoenen gehouden.
Wij uit ons welvarende Nederland kunnen ons nauwelijks voorstellen onder welke erbarmelijke
omstandigheden de mensen hier wonen en leven.
Meerdere dorpsbewoners klampen ons aan: of we asjeblieft ook hun huis willen bekijken. Ik begin
me zo langzamerhand wat opgelaten te voelen. Dan belt Radio Eenhoorn voor een interview.
Iasi.
De laatste dag hier in Moldavië hebben we gelegenheid voor sightseeing in Iasi. De naam van deze stad spreek je uit als "Jas".
In vroeger tijden - lees ik in de reisgids - was Iasi de hoofdstad van het land Moldavië,
wat de huidige ex-Sovjetrepubliek Moldavië en de Roemeense streek Moldavië behelsde. Het was in
1349 gesticht door voivod ("vorst") Begdan. In de tweede helft van de vijftiende eeuw beleefde
het een korte periode van onafhankelijkheid onder Stefan cel Mare (Stefan de Grote). In 1511
kwam het onder Turkse heerschappij en tussen 1768 en 1854 werd Moldavië overheerst door de Russen.
Na een korte bezetting door de Oostenrijkers gingen de prinsendommen Moldavië en Walachije in
1859 samen en werd Iasi de hoofdstad van het nieuwe land. Drie jaar later voegde ook Roemenië
ch bij deze 'fusie' en werd Boekarest de nieuwe hoofdstad. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verhuisde
de regering tijdelijk terug naar Iasi.
De landstreek Moldavië, de 150 kilometer brede strook heuvel- en bergland oostelijk van de Karpaten
wordt door de Roemenen gezien als het meest "eigen" en ongerepte deel van het land. Sommige streken
lijken nog niet aangeraakt door de vooruitgang, dat hebben we gisteren met eigen ogen kunnen
aanschouwen. In kleine dorpjes, die slechts via niet of nauwelijks verharde wegen bereikt kunnen
worden, leiden de bewoners vrijwel hetzelfde leven als hun grootouders.
Qua cultuur heeft Iasi een rijke historie en ooit was de stad was de zetel van de orthodoxe
metropoliet. Onder de lindeboom mediteerde Mihai Eminescu, waarna hij 's avonds naar de wijnkelders
ging om te debatteren met Creanga en Caragiale. In 1860 werd hier Roemeniës eerste universiteit
gesticht.
Helaas is Iasi nogal gehavend uit de Causescu-tijdperk tevoorschijn gekomen. Kolossale hotels zijn
vlak naast of pal voor historische gebouwen neergezet. De kleine 350.000 inwoners wonen voor een
belangrijk deel in naargeestige woonkazernes. De geschiedenis is echter zo rijk dat er nog genoeg
moois valt te zien in hoofdzaak geconcentreerd rond de Str. Stefan cel Mare. Er wordt druk
gerestaureerd. Vele rampen doorstond de stad zoals branden, aardbevingen en invallen van Polen,
Tartaren en Turken.
Met Cor en Henk loop ik de Stefan cel Mare straat in die vandaag voor het autoverkeer is afgesloten
zodat het publiek beslag heeft genomen van de brede straat. De jeugd kan er vandaag vrij rolschaatsen
of zijn kunsten met de skateboard vertonen. Voor we de belangrijkste bezienswaardigheden gaan
bekijken drinken we op het terrasje voor een pizzeria koffie met een lekker stuk Tiramisu. Regelmatig
proberen zigeunerkinderen bij de gasten te bedelen. Ze worden echter meteen verjaagd. We zien
alledrie tegen de terugreis op; drie lange dagen in de bus. Gelukkig heb ik het laatste boek van
Geert Mak mee: "In Europa", een dikke pil met meer dan 1100 bladzijden. Cor en Henk hebben er niet
aan gedacht leesvoer mee te nemen. Daar kom je naast het fietsen toch niet aan toe, hadden ze terecht
aangenomen. Maar ze hadden er niet aan gedacht, dat we ook nog een paar dagen in de bus zitten.
Dus kijken we allereerst uit of er vandaag ergens een winkel in Iasi open is waar men ook Engelse
boeken verkoopt. Dat blijkt een moeilijke zoektocht. Maar uiteindelijk treffen we een boekwinkel
waar in een schap een stapeltje van vijf boeken in het engels ligt. De keus is wel erg beperkt
maar allebei lopen ze met een boek, ik geloof van Dickens, de straat weer
op.
Na op hetzelfde terrasje een pizza verorberd te hebben worden nu de belangrijkste bezienswaardigheden
bekeken. In de voorheen bisschoppelijke en daarna metropoliete St.-Gheorghe-kerk uit 1761 staan
de gelovigen in de rij om de verschillende iconen te kunnen kussen. Ik blijft het een onhygiënisch
ritueel vinden. Bij één icoon schrijft datzelfde ritueel kennelijk voor dat je nadat je het icoon hebt
gekust onder de tafel doorkruipt om verder te lopen. De witte, met drukke ornamenten versierde
Trei Ierarhie-kerk staat van buiten en van binnen volop in de steigers. Binnen ligt het graf van
Ioan Cuza, de eerste koning van het verenigd Roemenië.
Gezichtsbepalend in de stad is het Cultuurpaleis uit 1906 aan de kop van de Str. Stefan cel Mare.
Het is zowel van buiten als van binnen een imponerend bouwwerk, dat vier musea huisvest. Helaas
ontbreekt ons de tijd om één of meer van deze musea te bezoeken. Voor het Cultuurpaleis staat een
Roemeense "Frambus" op passagiers te wachten.
Je wordt hier regelmatig aangesproken door bedelaars, voor een deel zigeuners. Dat is nu eenmaal
een bijproduct van een grote stad. Ik moet trouwens zeggen, dat ik in Polen en Hongarije wel eens
meer last heb gehad van hinderlijk opdringerige zigeuners als hier in Roemenië, afgezien van die
ervaring na Vatra Dornei dan.
's Avonds biedt de Stichting ons een diner aan in het drie sterren restaurant Onyx. De Roemeense
gasten zijn opvallend duur gekleed en de dames lijken met elkaar te wedijveren wie het meest riante
decolleté heeft. Dit zijn overduidelijk de nieuwe rijken in Iasi en ze schamen zich er niet voor,
integendeel. Het steekt wel heel erg schril af tegen de armoede gisteren in Schitu Stavnic.
Terug gekomen op de camping heeft de eigenaar de tafels klaar gezet voor een "wijnproeverij". Het
wordt een gezellige laatste avond, ondersteund door de gitaar van Karst.
De terugreis.
Maandagmorgen heeft de campingeigenaar nog een grandioos ontbijt geregeld in het restaurant
bij de camping. Hij had het wel geweldig met ons voor. Overigens is de kok ook zichtbaar trots
op het resultaat.
Half negen staat de bus voor, die ons terug naar huis zal brengen. De touringcar van Hofstra,
die op de heenreis halfvol had gezeten met de enthousiaste Friezen, die bij onze aankomst in
Schitu Stavnic wilden zijn, is nu op enkele zitplaatsen na helemaal vol. Onderweg slapen we in
hotels, wat een luxe! Drie dagen in de bus is haast meer vermoeiend dan drie weken op de fiets.
Ik maak een behoorlijk begin in "In Europa" van Geert Mak. Leuk is, dat Roemenië ook uitgebreid
aan de orde komt. Het land is nogal eens speelbal van de internationale politiek geweest!
Overigens heb ik best zin weer thuis te zijn. Lekker in het eigen bed slapen! Toch kunnen we
terug zien op een prachtige reis. Een geweldige fietstocht zonder ongelukken of schade aan de
fiets. Het is verbazend hoe de zeer heterogeen samengestelde fietsersgroep op elkaar ingespeeld
was. Enkele zeer sterken buiten beschouwing latend ontliepen we elkaar nauwelijks wat fietsen
betreft. En eigenlijk is er de hele tocht nauwelijks een onvertogen woord gevallen, dat mag best
bijzonder heten.
Woensdag 's avonds om precies negen uur rijden we Garyp binnen. Een grote groep familie, vrienden
en andere belangstellende staat ons op te wachten. Het muziekkorps van Garyp zorgt voor een muzikaal
welkom.