SLOVENIË
op de fiets rondom de Triglav.

 
Ons dagboekje:     Inleiding
 
    Bled, 29 augustus 2003
 
    Skofja Loka, 30 augustus 2003
 
    Cerkno, 31 augustus 2003
 
    Tolmin, 1 september 2003
 
    Bovec, 2 september 2003
 
    Kranjka Gora, 3 september 2003
 
    Bled, 4 september 2003
 
    In de trein, 5 september 2003
 
 

 

Inleiding

"Dobro došli ! - welkom ! "
 
"West-Slovenië is een prachtig, vrij dun bevolkt berggebied, dat eens tot Oostenrijk behoorde. U fietst er in een grote cirkel rondom de Triglav, met 2863 de hoogste berg. Grote delen van dit gebied zijn ondergebracht in een natuurpark. Deze schitterende tocht met uitstekende hotels heeft een goede prijs / kwaliteitsverhouding. Er zijn een aantal etappes waarbij u behoorlijk moet klimmen en dalen. De overige tijd fietst u in de regel door de dalen en treft u slechts een enkele heuvel." Zo wordt de fietstocht rondom de Triglav door "eigenwijze reizen" geďntroduceerd.
En onze reisgids doet er nog een schepje bovenop: "Met zijn immense bossen en zijn schone rivieren is Slovenië een van de groenste gebieden van europa. Het land is sinds 1991 zelfstandig en de inwoners schijnen er nog altijd verwonderd over te zijn dat het hun gelukt is een staat uit te roepen die met succes een rol in de internationale gemeenschap weet te spelen. ………… Momenteel zitten er niet meer dan duizend slovenen in de gevangenis: het criminaliteitscijfer is verwaarloosbaar laag. U kunt zich dus hier op vakantie volledig ontspannen, zonder dat u reeds uw tas in het oog moet houden."
 
 
Is het een wonder, dat een fietstocht in dit prachtige land met zijn vriendelijke mensen ons erg aanlokte? En wat ons betreft zijn de verwachtingen, die bij ons waren gewekt volledig waar gemaakt. Dit Sloveense deel van de Alpen wordt inderdaad gekenmerkt door indrukwekkende bergtoppen, kristalheldere rivieren, snelstromende beken, ruisende watervallen en schone en pittoreske dorpjes.
De Triglav wordt door de Slovenen bewonderend de "Slavische Olympus" of "Koning der Juliërs" genoemd. Hij kreeg zijn naam in de 19e eeuw als uitdrukking van het opkomende nationale bewustzijn. Triglav betekent "de drie-koppige" en herinnert aan de Slavische god met drie gezichten: heerser over hemel, aarde en de onderwereld. In 1990 kozen de Slovenen de berg als nationaal symbool en gaven hem een plaats op de vlag van hun nieuwe staat.
Wij hopen, dat dit verslag een beetje een indruk geeft van al het moois wat wij bij onze fietstocht rondom die Tiglav hebben ervaren.
 
St. Annaparochie, 10 september 2003
 
Klaas en Truida
 

 

Dag 1   Bled, vrijdag, 29 augustus 2003

Vannacht in de trein niet erg veel geslapen. De reis verliep voorspoedig. We zaten met z'n drieën in een 4-persoons coupé, samen met een jongen uit Utrecht. Zijn moeder woonde in Kollum, dus hij wist zelfs waar St. Annaparochie lag. Hij was vegetariër, dat ik had de droge worst helemaal voor mijzelf.
Om half twaalf hebben we de bedden uitgeklapt en zijn we "onder zeil" gegaan. Volgens mama heeft onze reisgenoot de hele nacht geen vin verroerd.
's Ochtends om half zeven moesten we ons bed al uit want kwart over zeven moesten we in München overstappen richting Villach. In deze trein hebben we in de restauratiewagen ontbijt gehad. We hebben maar wat extra's genomen, je weet maar nooit wanneer je op zo'n reis weer wat krijgt.
Eilandje in het meer van Bled Het traject door Oostenrijk was zeer de moeite waard; hoge bergen en diepe ravijnen. Stipt op tijd om 11.30 uur reed de trein het station van Villach binnen. Het begon net zachtjes te regenen. De meneer, die ons op kwam halen stond al met een bordje "DANKERT" te zwaaien. De bagage in de Renault en daar ging het richting Bled over de Wurzpass.
We waren Villach nog niet uit of de regen kwam met bakken uit de hemel vallen. Een knallende donderslag onderstreepte het noodweer. "Honderd dagen geen spat regen gehad en temperaturen van 37ş", vertelde onze chauffeur opgewekt. Gister was hij in Steuermarken in Oostenrijk geweest en daar was 10 cm. hagelstenen gevallen.
Aangekomen in Bled was de regen opgehouden en scheen zelfs zo nu en dan de zon. Het was ook niks niet koud, eerder broeierig.
Eerst onze kamer opgezocht in hotel Jadran - ze hadden ons al verwacht - en de bagage naar boven gebracht. Toen wilden we de fietsen ophalen. Eerst maar eens bij het toeristenbureautje geďnformeerd.
Dat was wat moeilijk om er achter te komen omdat onze beschrijving "Sport extreme" aangaf. Uiteindelijk is het toch gelukt; we moesten bij datzelfde toeristenkantoortje zijn.
Bouwval aan het meer Voor de vrijdagmiddag hadden we het tochtje rond het meer van Bled op ons programma staan. De donkere wolken pakten weer dreigend samen aan de hemel maar op een paar spatten na bleef het gelukkig droog.
Een mooi tochtje rond het meer, een leuk eilandje met een kerkje midden in dat meer en aan de overkant het kasteel van Bled bovenop een steile rots. Op het meer hielden af- en aanvarende roeibootjes de zwanen gezelschap.
We passeerden het voormalig buiten van wijlen president Tito. Hij heeft hier vele buitenlandse gasten ontvangen. Nu is het een luxe hotel. Verderop een gigantische camping met daar tegenover een olympische roeibaan. Ook kwamen we langs een bouwval van wat eens een prachtig voornaam buitenhuis moet zijn geweest.
Toen we terug in Bled waren ontdekten we in onze beschrijving, dat we nog naar het kasteel hadden gemoeten. Dus de fietsen gekeerd en omhoog naar het kasteel. Dat was een forse klim. Op het laatst zo steil dat we maar een stuk lopend hebben afgelegd.
Overigens best de moeite waard, dat kasteel. Een prachtig uitzicht en binnenin is een museum met vondsten uit de omgeving van Bled.
Terug in Bled hebben we eerst nog maar zo'n invouwbare paraplu gekocht want we vertrouwden de lucht helemaal niet. Meteen ook maar kaarten uitgezocht, dan kunnen we die vanavond gelijk schrijven.
 

 

Dag 2   Skofja Loka, 30 augustus 2003
49 km.

Het had vannacht hard geregend maar we hebben er nauwelijks iets van gemerkt. We hebben geslapen als ossen!
Kunstig gevlochten maďskolven Na het ontbijt bij Jadran de fietsen weer opgehaald en eerst Bled nog weer even in om nog drie ansichtkaarten te halen. Dan hebben we dat maar weer gehad.
Ondanks dreigende wolken boven ons opgewekt begonnen aan onze eerste etappe. Eén kilometer langs het meer en dan bij Mlino links af de binnenlanden in. De route voert ons langs mooie binnenweggetjes dwars door het boerenland met de karakteristieke hooirekken in het grasland en rondom woest beboste hellingen. Hier en daar in het weiland een stukje moestuin met groenten en met dahlia's voor op het kerkhof. Bij sommige boerderijen zien we kunstig gevlochten strengen van maiskolven aan de muur.
Bij Bodesce maken we een uitstapje naar het afgelegen oude kerkje van de heilige Lenart. Op de muren binnen en buiten goed bewaard gebleven fresco's. Achter het kerkje voert een pad naar boven met een schitterend uitzicht op het dal van de Sava Bohinjka.
Over een slecht begaanbaar, met gras overwoekerd pad dalen we af naar onze route. Even verder steken we de Sava Bohinjka over. Bij de brug één van die vrolijk gekleurde wegwijzers.
De Sava Bohinjka In Lancovo drinken we koffie onder de druivenranken zwaar beladen met druiventrossen. Een eind verder na verschillende dorpjes en gehuchten bereiken we Kopa. Overal snel stromend water dat hier vroeger de hamerwerken en blaasbalgen in de talloze smederijen aandreef. In het dorp herinneren vele staaltjes van smeedwerk aan dit verleden. Inmiddels stroomt het water niet alleen door de beekjes maar ook uit de lucht. Gelukkig is de bui maar van korte duur en klaart de lucht al snel weer op.
Nadat we onder een carport ons brood met ham en jam hebben verorberd klimmen we weer welgemoed op onze fietsen. We moeten nu het dal uit en dat betekent over een afstand van vier kilo-meter 300 meter stijgen. Dat betekent een pittige klim.
Bijna boven staat links op een heuveluitloper het schitterend gelegen kerkje Santa Promoz. Een eindje verder in Jamnik bereiken we op 834 meter hoogte zo'n beetje het hoogste punt van vandaag. Voorbij Drazgoše herinnert een cirkelvormig monument aan de slag bij Drazgoše in 1942. In Rudno fietsen we langs een appelboom waaronder het bezaaid ligt met appels. We kunnen de verleiding niet weerstaan. Onderweg verbazen we ons over de rijk bloeiende bloemen: "Soli deo gloria", Japanse duizendknoop en vele meer. Hier maken we een foto van een schitterende Wonderboom.
In het stadje Zelezniki, bekend om zijn hoogovens waarin het ijzererts werd gesmolten, smullen we in een prachtig café van een heerlijke sorbet. Door het afwisselende dal van de Selšcica zien we hoog boven ons in de bergen dat witte kerkje van Santa Promoz staan.
De N.403, die de rivier stroomafwaarts volgt brengt ons in Skofja Loka wat letterlijk "Bisschop plaats" betekent.
De 'Duivelsbrug' Het kost ons even moeite de historische stad te vinden. Als we een echtpaar de weg vragen lopen ze een eind met ons mee om ons het pad door een park te wijzen. Hij is al eens in Breda geweest en Amsterdam is ook bekend.
We komen nu inderdaad in een prachtig Middeleeuws stadje met de Kapucijner brug over de Selska Sora, onder de poort door, op het kerkplein rechts af en dan zijn we op het langgerekte marktplein. Bisschop Leopold liet de brug in 1381 bouwen. Hij viel er later zelf met paard en al vanaf. Sindsdien wordt de brug ook wel de duivelsbrug genoemd.
Op het terras van het restaurant in het Homanshuis drinken we eerst een rode wijn en voor mij een grote pils. Dan zoeken we ons Mini Hotel Zorka op, een uitstekende accommodatie een eindje buiten de stad.
Lopend gaan we terug naar de stad voor onze avondmaaltijd. Bij restaurant Krona staan wel zeven obers terwijl er geen gast te bekennen valt. Hier hadden ze nog nooit van "Eigenwijze reizen" gehoord. In de Gostilna-Pizzerija Pri Inglicu moet eerst een telefoontje worden gepleegd. Dan wordt ons een prima visschotel voorgezet.
Terug op het terras van Homanshuis bij een heerlijke avondtemperatuur consta-teren we dat we lekker gefietst hebben door een prachtig gebied.
 

 

Dag 3   Cerkno, 31 augustus 2003
40 km.

Toen we wakker werden vanmorgen regende het en de lucht zag erg grijs. Het beheerdersechtpaar van ons Mini Hotel had bijna medelijden met ons; in maanden geen drup regen en dan nu dit. "In the afternoon it will be dry", belooft ze opgewekt.
Na een lekker ontbijt de regenpakken maar aangetrokken en blijmoedig op pad. Zolang het regent maar gewoon de grote weg volgen, hadden we beredeneerd. Het kasteel Laski Grad, rechts een zijweg in laten we dan ook rustig links liggen.
Het schiet aardig op op de N.210. Er is nauwelijks verkeer op deze zondagmorgen. Als het even te hard regent schuilen we, in een garage van een vijfsterren restaurant en in Poljane in een bushokje.
In Gorenja Vas - we hebben er dan al 17 kilometer opzitten - hebben we trek in koffie. Het restaurant lijkt niet open en in het café verderop zit het vol met jongelui waarvan sommigen al wel erg diep in het glaasje hebben gekeken. Het begint weer hard te regenen en bij een benzinestation vragen we een jongen en een meisje waar we terecht kunnen. Het blijkt dat we alle horecagelegenheden al hebben gevonden. Er zit dus niks anders op dan maar een café-restaurant een paar kilometer verderop te proberen. Maar eerst wachten we de bui even af. Dan trekt het meisje dat we eerder hadden aangesproken Mama aan de mouw: "het restaurantje is wél open".
De dorpsstraat maar weer ingereden, de fietsen tegen de boom geparkeerd, de regenbroeken uitgetrokken en inderdaad: de deur is open. Het is inmiddels bijna twaalf uur en we bestellen een heerlijke omelet en een glas wijn.
Het is inmiddels droog geworden. Opgewekt stappen we na ons middagmaal weer op onze fietsen en optimistisch als ik ben heb ik mijn regenbroek maar in de fietstas gestopt.
Een overkapte houten brug Aan de andere kant van de Poljanscica loopt een prachtig asfaltweggetje. Bij een paardenwei buigt de weg naar rechts af, een overkapte houten brug met een schoepenrad over.
Even links en dan weer rechts volgen we nu een zijriviertje, de Kopatnica. Het is inmiddels weer gaan regenen. Dus mijn regenbroek komt weer uit de fietstas. Al gauw zijn we in het dorpje Hotavlje met riante huizen en prachtige bloemen.
We passeren de afslag naar de marmergroeve waar volgens onze beschrijving marmer in vele kleurschakeringen wordt gewonnen.
We fietsen nu door een prachtig dal. De vallei versmalt zich hier. Links klatert de beek en rechts zien we de rotswand met het sterk gelaagde gesteente. En van boven valt de regen…………
Als het even later gaat plenzen schuilen we onder de kapschuur van één van de weinige huizen. Hier worden fraaie stukken hout gezaagd. De lucht is egaal donkergrijs, de regen klettert op het golfplaten dak en het onweer laat zijn donderende slagen rollen.
Na een half uur trekt de plensbui over en begint het "gewoon" te regenen. Na het laatste huis van Kopanica gaat het asfalt over in een steenslag weg, een beboste zijvallei in. De door de regen extra woest stromende beek klatert nu eens links dan weer rechts van ons pad. Ook óp het pad vormen zich links en rechts beekjes.
Het valt nu weer met bakken uit de lucht en we proberen weer te schuilen. Door ons stijf tegen de muur van een oude schuur langs de weg te drukken blijven we min of meer droog. Plotseling komt een rots-blok(je) van de bergwand tegenover ons naar beneden gedonderd. Een paar decimeter naast mama komt hij tegen de muur van het schuurtje tot stilstand. Ze hebben het daarboven wel op ons gemunt vandaag.
Hotavlje We worden koud en als de regen niet meer met bakken maar met emmers naar beneden komt besluiten we onze tocht maar te vervolgen. Je kunt toch niet natter dan nat worden.
Als we volgens onze route rechtsaf moeten slaan, nog steiler omhoog dan ons huidige pad, besluiten we rechtdoor te fiersen. Hopelijk zijn we zo sneller op ons eindpunt Cerkno. Jammer dat we daardoor dat partizanenhospitaal "Franja", wegge-stopt in een verborgen ravijntje hoog in een zijravijn, moeten missen. Dit hospi-taal, bestaande uit 12 barakken waar plaats was voor een honderdtal gewonden, was van eind 1943 tot het eind van de oorlog in 1945 in gebruik.
Ons pad blijft ondertussen behoorlijk klimmen op de flanken van de Skofje, 973 meter hoog. En doordat de steenslag inmiddels door het water verzadigd raakt sporen onze banden diep in.
Eindelijk, nadat we ons nog tegoed hadden gedaan aan grote blauwe pruimen die hier bij honderden langs de weg liggen, bereiken we het hoogste punt. Afdalen is toch wat gemakkelijker en gaat ook wat sneller. De weg is nu ook weer geasfalteerd en spoedig komen we op een voorrangsweg. Er wordt maar naar één kant de richting aangegeven: de weg waar we uitkomen gaat naar Hotavlje, dat klopt. In de stromende regen op het kletsnatte kaartje turend - en door een beslagen bril valt dat niet mee - houd ik het erop, dat we naar rechts moeten. Met vele haarspeldbochten daalt de weg steil naar beneden. Door de snelheid krijgen we het nu echt koud. Eindelijk een plaatsnaambordje: Ceplez. Weer zo goed en zo kwaad het gaat op het kaartje gekeken. Gelukkig, we zitten op de weg naar Cerkno. Nog enkele kilometers sterk afdalend bereiken we onze eindbestemming van vandaag. Als we voor Hotel Cerkno staan houdt het op te regenen en verschijnt er zelfs een stukje blauw aan de hemel.
In het hotel worden we als verzopen katten hartelijk begroet. De fietsen komen in een verwarmde ruimte waar 's winters de ski's worden opgeborgen. Onze schoenen en kletsnatte sokken kunnen we bij de receptie afgeven om in het naastgelegen zwembad gedroogd te worden.
De hete douche is heerlijk en dan halen we in de bar een jägermeister. Daar kikkert een mens van op. En 's avonds na het avondeten nog een koffie met cognac genomen. Dat hadden we wel verdiend, vinden we.
 

 

Dag 4   Tolmin, 1 september 2003
36 km.

"Freewheelend naar Tolmin", belooft de routebeschrijving voor vandaag. Het is een stuk frisser dan de afgelopen dagen. Eerst nog even naar een technisch winkeltje om mijn remmen achter op te spannen.
Gondeltje over de rivier De eerste kilometers volgen we de N.210, die de Reka Cerknica stroomafwaarts volgt door een mooi bebost dal dat langzaam smaller wordt. Als we verderop de rivier zijn overgestoken zien we in de rotswand een verlaten holwoning. Een kilometer verder bovenop een berg een eenzaam kerkje. Met een houten hangbrug kun je de andere oever bereiken. De Idrijca is hier bezaaid met grote rotsblokken. We besluiten alvast een vroeg bakje koffie te drinken. Sterke expressokoffie in piepkleine kopjes drinken ze hier.
Bij Dolenja Trebusa maken we even een uitstapje naar het gehucht Travnik waar een barok kerkje van St. Jacob staat. Op het kerkhof achter de kerk heeft een gedenksteen voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog een prominente plek.
Nadat we bij toeval een één- of tweepersoon-gondeltje, waarmee je hangend aan een staaldraad de rivier over kunt steken, hebben bekeken komen we in Stap ob Idrijci. Hier is een leuke picnicplek bij een plek waar kennelijk veel in de rivier wordt gezwommen.
De rivier heeft hier blijkbaar een diep bekken in de bedding uitgeslepen want er is een springplank aan de brug, hoog boven het water gemonteerd. Een mooie plek om ons middagmaal op te peuzelen. In Most na Soci stroomt hier de Idrijca in de Soca. Hemelsbreed een kleine 50 meter hier vandaan mondt deze rivier uit in de Adratische Zee. Een zekere Mediterane invloed op het klimaat is hier in het dal merkbaar aan de zo mogelijk nog weelderiger begroeiing.
Romaanse spoorbrug Volgens "eigenwijze Reizen" moet het water van de Soca wonderlijk blauw zijn. Vandaag is het echter vaalgeel. Kennelijk heeft al dat regenwater van gister veel slib meegevoerd naar de rivier.V Op ons gemak fietsen we nu naar Tolmin. Het is een aardig stadje met in het centrum hotel Krn. Onze bagage staat in de hal al op ons te wachten.
Net als gister in hotel Cerkno logeert er ook een groep jongens in het hotel. Er blijkt in de buurt een internationaal voetbaltoernooi te zijn, vandaar.
Het was vandaag niet een vermoeiende étappe. Inderdaad "freewheelend naar Tolmin".
 

 

Dag 5   Bovec, 2 september 2003
44 km.

Vannacht allebei weer geslapen als een os. We hebben de voetballers helemaal niet gehoord. We hebben wel eens een beter ontbijt gehad maar de warme gevulde croissantjes zijn verrukkelijk.
Het aardige meisje achter de balie weet ons te vertellen dat het prima weer wordt. Vanmorgen nog een enkel wolkje en vanmiddag nog meer zon. En morgen wordt het helemaal mooi met 23 ŕ 24ş!
De Tolminka Al gauw zijn we in Zatolmin. Hier maken we een uitstapje naar de ravijn van de Tolminka. Al gauw geeft een bord aan, dat we in het Triglavski Narodni park zijn. Dit 85.000 ha. grote nationale park beslaat bijna het hele Sloveense deel van de Julische Alpen. Het weggetje loopt door een schitterende ravijn, hoog boven de rivier. Na een tunneltje komen we bij de 'duivelsbrug". 80 Meter beneden ons zien we de Tolminka kolken. Nog een eindje verder komen we bij de grot van Dante, die hier in 1391 geweest zou zijn en zich hier heeft laten inspireren tot het Inferno uit z'n Divina Comedia. Nadat we bij een tentje langs de weg koffie hebben gedronken weer terug naar Zatolmin. Het uitstapje was zeer de moeite waard.
We moeten een niet al te best pad af maar bereiken dan weer een rustige asfaltweg die de Soca in westelijke richting volgt. De verkeersweg volgt de andere oever, daar hebben we helemaal geen last van.
Naarmate we meer noordelijk komen krijgen we steeds meer zicht op het ruige hooggebergte van de Julische Alpen.
Bij Kobarid steken we de Napoleonbrug over. De Soca vallei kent een woelig verleden met vele veldslagen en overheersers. Deze brug over de Soca, die hier een diepe ravijn heeft uitgeslepen, dateert uit de Franse overheersing.
De Soca De weg klimt hier weer geleidelijk tot hoog boven de rivier. We passeren een paar vrijwel verlaten dorpjes en na Srpenica ligt het grensgebergte met Italië met als hoogste top de Visoki Kanin voor ons. Dan steken we de brug over de Soca over en hebben een prachtig gezicht op de Slap Boka. De Boka stort zich hier 106 meter naar beneden. Op de foto zal het van deze afstand wel een stroompje van niks lijken.
Het dal wordt een stuk breder en al gauw bereiken we Bovec. Aan de rand van het dorp bevindt zich het benedenstation van de gondelbaan die je vlak onder de 2499 meter hoge top van de Prestreljonik brengt. Volgens onze beschrijving bevindt zich daarboven een restaurant. Maar helaas, de kabelbaan is niet in bedrijf.
Ons hotel Kanin is een typisch sporthotel met zwembad, fitnessruimte enz. Onze kamer ziet er prima uit en dat is het belangrijkste. Maar we kunnen nog niet onder de douche want de bagage is nog niet gebracht.
We besluiten eerst het dorp nog te verkennen. Er is een leuke kerk met een kroonluchter waar Mama helemaal verrukt van is. De verkenning mondt uit in een stevige wandeling helemaal tot beneden bij de Soca, waar de peddelaars te water gaan om zich vervolgens de hier een daar woest kolkende rivier af te laten zakken. Door de droogte staat er nu echter nauwelijks water, laat staan dat het kolkt.
Het eten zal ons vanavond vast weer prima smaken.
 

 

Dag 6   Kranjska Gora, 3 september 2003
49 km.

Vandaag hadden we de keus uit twee alternatieven naar Kanjska Gora: over de 1156 meter hoge Predelpas, via Italië of over de zwaardere 1611 meter hoge Vrsic-pas. De laatste is een uitdaging voor de fanatieke klimmer maar wij kennen onze beperkingen, dus wij kiezen voor de eerste route.
We zijn Bovec nog maar nauwelijks uit of de weg begint al aardig te stijgen. De eerste bezienswaardigheid op ons pad is de Trdnjave Kluze. Daar waar de Koritnica een smalle, 70 meter diepe ravijn heeft uitgeslepen is in de 19e eeuw dit fort gebouwd.
We zijn nu ook weer in het Triglavski Narodni park. Verder klimmend doemt de 2679 meter hoge bergtop Mángart voor ons op.
Even voor Log Pod Mŕngarton nemen we een kijkje op een soldatenkerkhof uit WO-1 waar enkele duizenden Hongaars-Duitse soldaten liggen begraven die in oktober 1914 in een sneeuwstorm tijdens de slag om Bovec waren gesneuveld.
Met een stijging van 12% klimmen we nu het dal van de Koritnica uit richting Predel-pas. Onderweg steken tegemoet-komende automobilisten bewonderend hun duim naar ons op. Zelfs een paar houten figuren wuiven ons toe.
Vanuit Strmec na Predelu hebben we een prachtig uitzicht op een dorpje diep beneden ons in een dal. Ongeveer een kilometer verder passeren wij een monument uit 1815, een gewonde leeuw als eerbetoon aan de Oostenrijkese verdedigers van de fortificatie waarvan de ruďnes nog zichtbaar zijn. Tijdens de aanvallen van de Fransen moesten zij het onderspit delven.
Voor we er erg in hebben zijn we zomaar op de Predel-pas, 1156 meter hoog. Wij trakteren onszelf op koffie met pannenkoekjes met frambozen voor mama en een Italiaanse variant van strudel voor mij.
De restanten van een 17e eeuws fort De douane wuift ons voorbij en dan zijn wij op Italiaans grondgebied. Een 17e eeuws fort geeft ons een prachtig panorama op het blauwgroene Lago di Predil beneden ons. Na een 180 meter lange tunnel fietsen we vier scherpe bochten door en dan zijn we afgedaald tot het meer.
We volgen een uit het meer afkomstig riviertje en dalen af naar Cave de Predil. In dit voormalige zinkmijnbouwstadje doet alles nog aan de tijden voor de mijnsluiting herinneren. Na een comfortabele afdaling bereiken we de buitenwijken van Tarvisio met zijn Oostenrijks-Italiaans grensver-keer. Het is trouwens opvallend hoeveel motorrijders we tegenkomen, soms alleen, soms in groepen. Deze route is inderdaad ook voor motorrijders schitterend om te doen.
Door een mooi dal bereiken we na een kilometer of vijf de grens met Slovenië weer. We denken, dat we zo weer door mogen fietsen maar dat hadden we geraden. Op barse toon wordt ons te verstaan gegeven dat we de passen moeten laten zien.
Droogrek met hooi In Ratece belanden we zowaar op een officieel fietspad door de weiden in dit brede dal. Links van ons doemen de Karawanken op, het grensgebergte tussen Slovenië en Oostenrijk en rechts de inmiddels vertrouwde toppen van de Julische Alpen met de 2863 meter hoge Triglav. Door de hevige regenval van zondag staan hier hele stukken weiland onder water. Ook zijn stukken weg ondermijnd waardoor zelfs het asfalt is afgebrokkeld. Op andere plekken is de weg onbegaanbaar geworden doordat een woeste watermassa modder en stenen op de weg heeft achtergelaten. Later horen we, dat men zondag vanuit Kranjska Gora geen kant opkon omdat alle wegen "gespert" waren vanwege het gevaar van modderlawines.
We zijn mooi op tijd in Kranjska Gora en nemen eerst een drankje op een terrasje, lekker in de zon. Dit is een echt ski-dorp. Skiliften van verschillende formaten en een heleboel grote hotels. Nadat we het dorp hebben verkend zoeken we ons hotel, Hotel Larix op. Daar weten ze van niets maar onze "vouche" geeft het duidelijk aan: hotel Larix. Na een telefoontje van de chef schijnt het goed te zijn en krijgen we de sleutel van de kamer. Jammer dat de bagage nog niet gebracht is. We brengen de fietsen in een ruimte voor de ski's en zoeken onze kamer op. Ze zullen bellen als de bagage er is. Gelukkig is de US-open op televisie: Agasi tegen een onbekende Deen. Als de bagage om zes uur nog niet is gebracht vraag ik maar eens naar het telefoonnummer van ons vorige hotel in Bovec. Als ik dat nummer draai krijg ik iemand aan de telefoon die van geen hotel Kanin weet. Ik probeer het nog maar eens maar de meneer aan de andere kant legt geërgerd uit dat ik de kabelbaan aan de lijn heb. Ik weer naar de receptie om het goede nummer van hotel Kanin. Nu lukt het. De receptioniste vertelt, dat de bagage al voor twee uur opgehaald is en geeft me het nummer van Georgij, die voor het transport zorgt. Deze Georgij weet mij te vertellen, dat wij in het verkeerde hotel zitten. Hij heeft de bagage naar hotel Lek gebracht, daar is een kamer voor ons gereserveerd.
Bij de balie zijn ze niet blij met deze ontwikkeling maar we krijgen onze passen terug en na onze fietsen weer uit de berging gehaald te hebben fietsen we naar hotel Lek. Daar staan inderdaad de koffers op ons te wachten. Ze hebben een kamer voor ons vrijgehouden in Pension Rosja, een paar huizen eerder. Het is al met al halfzeven geweest voordat we in ons appartement zijn.
De warme douche is nu dubbel zalig!
 

 

Dag 7   Bled, 4 september 2003
41 km.

Het was weer een schitterende etappe vandaag, een prachtige route en geen wolkje aan de hemel.
Na een lekker uitgebreid ontbijt met o.a. "scrambled eggs" en een worstje eerst de dagelijkse routine: boodschappen doen bij de plaatselijke super. Een half bruin brood, een paar plakken ham en twee bekertjes yoghurt, daar redden we ons vandaag wel weer mee.
Half tien op de fiets. Het is nog verraderlijk koud na een sterheldere nacht. De fietsers, die we tegenkomen zijn zoo verstandig geweest een lange fietsbroek en handschoenen aan te trekken.
Half verhard pad over de vroegere spoorbaan We volgen weer het prachtig geasfalteerde fietspad, dat lekker geleidelijk aan naar beneden voert door de alpenweiden. De bergen aan weerszijden van het dal rijzen weer steil omhoog. Als het geasfalteerde pad ophoudt - de EU-subsidie was zeker uitgeput - vervolgen we onze weg op een steenslag pad dat op een vroegere spoorbaan is aangelegd. Over hobbelige bielsen van een roestige stalen spoorwegbrug steken we de Sava over. Soms loopt het pad over een dijkje. Zo'n oude spoorbaan heeft het voordeel, dat het heel egaal naar beneden gaat. Even voorbij Belca drinken we uitgebreid koffie in een keurig restaurantje, Villa Rosa.
In de verte de Triglav We fietsen dwars door Mojstrana en gaan dan klimmend in de richting van Bled. Een pittige klim brengt ons over een 200 meter hoger gelegen pas. Daar aangekomen storten we ons naar beneden - 18%! - en komen in een prachtig komvormig dal midden tussen steil oprijzende bergen. In een bijenstal staan kasten gedecoreerd met traditionele motieven ontleend aan de plaatselijke omgeving. De bijna loodrecht oprijzende Frckov (1369 m.) komt dreigend op ons af. Links aan de drooggevallen Radovna staat een vervallen watermolen.
De Radovna Op een alpenweide, waar volgend onze routebeschrijving de vogels elkaar de liefde verklaren - en ze zijn er inderdaad - kruisen we een beek. Tegenover een bron waar onze watervoorraad uit een helder straaltje aanvullen staat een eenzame berghut. Op een bankje in de zon peuzelen we ons middageten op.
Het dal van de Sava wordt nu breder en krijgt welhaast een lieflijke aanblik. Een in elkaar gestorte alpenschuur lijkt wel op een schilderij uit Tirol. Volgens "Eigenwijze reizen" is een uitstapje naar Vintgar waar de Radovna zich op spectaculaire wijze een weg baant door een nauwe ravijn alleszins de moeite waard. Een uur durende wandeling over een in diezelfde kloof gebouwd plankier is een regelrecht avontuur. Je komt ogen tekort om alles in je op te nemen. De langs grillige rotspartijen kolkende rivier en de dreigend overhangende rotswanden wedijveren om je aandacht. Je moet jezelf beheersen om niet je hele fotorolletje vol te schieten.
De Radovna Na een leuke route over binnenweggetjes bereiken we nu al gauw de buitenwijken van Bled. We zijn weer aan het beginpunt van een schitterende route rondom de imposante Julische Alpen. Niet een dag die over een saai traject voerde.
Het is al vijf uur geweest en de zon staat nog te branden aan de westelijke hemel, boven het kasteel van Bled. Op het terras op het pleintje trakteren we onszelf, mama op een glas wijn en ik neem een coupe ijs.
Dan brengen we onze fietsen weg, de fietskleren kunnen nu in de koffers. Die staan alweer in hotel Jadran op ons te wachten.
 

 

Dag 8   In de trein, 5 september 2003

Vanmorgen hebben we heerlijk uitgeslapen. Dat kwam waarschijnlijk mee door het "afzakkertje" dat we de vorige avond nog hadden genuttigd in de lounge van het Grand Hotel. Dat kwam zo. Met het diner zaten we naast hetzelfde Engelse echtpaar waarmee we de eerste dag in Slovenië ook de tafel hadden gedeeld. Zij hadden genoten van hun vakantie in Bled. Hun eerste indruk was geweest, dat Bled heel erg "dull" was maar ze hadden de afgelopen week de rust en de omgeving heel erg leren waarderen. En als we het leuk vonden, wij waren van harte welkom in de lounge van hun hotel. Daar speelde een "wunderfull" pianist achtergrondmuziek. Nou wij wilden dat wel eens proberen. Wij kwamen met z'n beiden terecht op een bank voor twee. Truida bestelde een amarreto en ik een vodka. Toen we om ons heen keken bleek de zaal vol echte Engelsen te zitten, die allemaal keurig in het pak zo met de pink deftig gebogen hun drankje dronken. Wij voelden ons er niet echt op ons gemak in onze truien.
We hadden besloten vandaag in alle rust van de omgeving te gaan genieten. De bagage konden we in de hal van het hotel laten staan. Eerst nog even naar de bank om nog 100.000 tolar op te halen.
Meer van Bled met het 'Maria-eiland' Toen ik nog een foto van het meer - en nu met zonnige hemel - wilde maken miste ik mijn fototoestel. Paniek! Eerst terug naar de kamer. Tegen beter weten in alle laatjes opengemaakt. Niks. Toen naar het terrasje, waar de gistermiddag nog hadden gezeten. Hadden ze ook niets gevonden. Nou was er nog één mogelijkheid. Wij terug naar de fietsen-verhuur. Daar haalden ze de fietstassen te voorschijn en - gelukkig! - het toestel zat nog in het zijtasje.
Met een goed humeur nu de wandeling rond het meer aangevangen. We vonden, dat we ook nog even op het eilandje moesten kijken. Dus in Mlino een roeibootje gehuurd en roeiend naar het "Maria-eiland". Over een stenen trap met 99 treden kom je in het lieflijke barokkerkje.
Kerkje op het 'Maria-eiland' Boven in het punttorentje hang een "wensklok". Eigenhandig de klok luiden belooft eeuwige trouw. Die kans hebben we uiteraard met beide handen aangegrepen…………
Vervolgens weer verder gewandeld. Geen wonder, dat Bled met zijn romantische omgeving al sinds lang een geliefd vakantieoord is. De Habsburgse adel had Bled al in de 19e eeuw. Men volgde natuurtherapieën: bronwater, berglucht en zon dienden als tegengif tegen de decadentie van de grote stad.
Op het terras van een restaurant in de zon heerlijk gegeten. Dat zou er vanavond in de trein wel niet van komen. Op ons gemak teruggewandeld naar ons hotel en precies vier uur stapte dezelfde chauffeur van de heenreis binnen om ons weer naar Villach te brengen.
Hij vertelde, dat zondag zelfs de grote wegen afgesloten waren geweest door modderlawines, die gigantische hoeveelheden drab en stenen vanaf de bergen hadden gevoerd. Ze hebben hier haast alle jaren eind augustus begin september een periode van een paar dagen met heel zwaar weer. Dat markeert de overgang van de zomer naar de herfst.
Maar afgezien van die zondag hebben wij het prima getroffen met het weer. Het was een prachtige tocht met elke dag weer schitterende vergezichten en altijd fietsen tussen indrukwekkende rotsformaties. En overal vriendelijke, gastvrije mensen. De oudere generatie spreekt bijna allemaal Duits en de jongeren vinden het leuk Engels te kunnen gebruiken. Kortom, voor de sportieve fietser: een aanrader!

 
 
 
c lose